H2 De Oude Grieken herhaling
1 / 34
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een polis?
A
een griekse leider
B
een bestuursvorm
C
het griekse woord voor stadsstaat
D
een filosoof
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De Grieken stichtten kolonies langs de kusten van de Middellandse- en de Zwarte Zee.
Welke zin gaat over een GEVOLG van deze kolonisatie?
Welke zin gaat over een GEVOLG van deze kolonisatie?
A
De Griekse boeren konden onvoldoende voedsel produceren.
B
De Griekse bevolking groeide
C
De Griekse handel groeide
D
Geen van de genoemde zinnen is een GEVOLG van deze kolonisatie.
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke gebeurtenissen horen bij elkaar?
In Griekenland was landbouw moeilijk...
Grieken verhuisden naar andere gebieden...
Een kolonie hoorde...
Door de Griekse koloniën...
...werd de Griekse cultuur overal bekend.
...daarom trokken mensen er weg.
...en stichtten daar een kolonie.
...bij Griekenland
Slide 6 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Polis
één voorbeeld van Griekse eenheid:
Kenmerk van stadstaat Sparta:
Kenmerk van stadstaat Athene:
Soldatenstadstaat
Een stadstaat met eigen wetten en bestuur, wel onderdeel van Griekenland.
Fijne cultuur
Alle stadstaten spreken dezelfde taal.
Slide 7 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Juist
Onjuist
De Grieken leerden van de Romeinen hoe ze tempels moesten bouwen
De Oudheid is een ander woord voor de tijd van Grieken en Romeinen
De Oudheid is van 300 v.Chr. tot 500 na Chr.
Een Griekse stad met land eromheen noemen we een polis.
Slide 8 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Sociale lagen in de Griekse stadstaten
Slaven
Vrouwen
Vrije mannen
Burgers
Vreemdelingen
Slide 9 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een aristocratie?
A
Meerdere mensen aan de macht, door erfrecht
B
Eén iemand aan de macht, door erfrecht
C
Eén iemand aan de macht, door geweld
D
Meerdere mensen aan de macht, door geweld
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Deze vraag gaat over 'het bestuur van de stadstaat'.
Sleep de bestuursvormen (zie rechts) naar de juiste zinnen (zie links):
aristocratie
democratie
monarchie
tirannie
Athene was eerst een....
Toen werd Athene een....
Vervolgens werd Athene een....
Daarna werd Athene een.....
Slide 17 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het bestuur van Athene
Sleep de woorden naar de juiste plek:
volksvergadering
rechters
dagelijkse leiding
leiders vloot/leger
raad van 500
Slide 18 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vergelijk Sparta met Athene op politiek gebied?
Slide 19 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Mythe
Kolonie
stadstaat
indirecte democratie
Directe democratie
mensen stemmen zelf voor of tegen een plan.
Griekse stad met gebied er om heen.
verhaal over verzonnen goden en wezens
stemmen op mensen die namens ons het land besturen.
Grodngebied van een griekse stadstaat buiten griekenland.
Slide 20 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom vinden we de Atheense democratie eigenlijk niet echt democratisch?
Slide 21 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke uitspraak is juist?
A
De Grieken geloofden in één god.
B
De Grieken geloofden dat ze na hun dood naar de hemel gingen.
C
Griekse goden leken op dieren
D
Griekse goden konden beslissen over het leven van de mensen.
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat past niet bij de Griekse goden (LessonUp)
A
Ze hebben menselijke eigenschappen, zoals verliefd, boos of jaloers.
B
Ze lijken op mensen.
C
het zijn mythische wezens die niet lijken op mensen, maar op reuzen.
D
Ze hebben goddelijke eigenschappen (superkrachten en onsterfelijkheid)
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe vereerden de Grieken hun goden?
Slide 24 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
De Olympische spelen werden gehouden ter ere van de god.........?
A
Apollo
B
Poseidon
C
Olympia
D
Zeus
Slide 25 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Zet de woorden bij het juiste vak.
Goed
Fout
De Griekse tempels zijn een goed voorbeeld van de Griekse cultuur.
Vrouwen mochten vroeger meedoen aan de Olympische Spelen.
De winnaars van de vroegere Olympische Spelen kregen een olijftak.
Op de oude Olympische Spelen werden minder sporten beoefend dan tegenwoordig.
Slide 26 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 27 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 28 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 29 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 30 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke onderzoeker onderzocht de geschiedenis?
A
Hippocrates
B
Plato
C
Aristoteles
D
Herodotus
Slide 31 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke onderzoeker onderzocht de geneeskunde?
A
Aristoteles
B
Hippocrates
C
Herodotus
D
Socrates
Slide 32 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe verklaarden de Grieken natuurverschijnselen?
Slide 33 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Met deze opdracht beantwoord je de vraag van de paragraaf. Vul de juiste woorden op de juiste plek in.
Let op: je moet niet alle woorden gebruiken.
Door goed te kijken naar de wereld om hen heen, probeerden Griekse en
de wereld om hen heen te begrijpen, zonder hulp te vragen aan hun .
Door heel goed te konden deze wereld óók goed namaken. Hun
beelden waren : ze leken wel echt te leven.
De wetenschap en de architectuur van de Grieken was zo goed dat de er veel van
overnamen. De kunst en cultuur van de Grieken en de Romeinen noemen we de cultuur.
filosofen
Romeinen
klassieke
levensecht
wetenschappers
kunstenaars
kijken
goden
Slide 34 - Sleepvraag
Dit is een variatie op bestaande opdracht 12
