Herhalingsles BB

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Ik ga theorie met jullie herhalen.
Welk perron willen jullie herhalen?
Perron 1: kranten en nieuwsberichten
Perron 2: Beoordelings-woorden, voegwoorden, recensies en ingezonden brieven
Perron 3: hoe maak ik een schrijfplan en hoe is een tekst opgebouwd?

Slide 3 - Poll

Maar eerst...
Slechts 4 mensen hebben de schrijfopdracht van vorige week ingeleverd....

Slide 4 - Tekstslide

Perron 1

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het hoofddoel van een krant?
A
Informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
instrueren

Slide 6 - Quizvraag

Een krant
Hoofddoel: informeren
amuseren is ook belangrijk
katernen= verschillende delen in een krant. Bijvoorbeeld het stukje sport of regionaal 
Er zijn gratis en betaalde kranten

Slide 7 - Tekstslide

Er bestaan alleen maar kranten, waarvoor je moet betalen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een katern?
A
Een onderdeel van een krant
B
Een strip
C
Een verslag in de krant

Slide 9 - Quizvraag

Juist








Onjuist








Een kranten-bericht start met inleiding
In een krant/nieuwsbericht staan veel meningen
In een goede krant staan geen spelfouten
In één nieuws-bericht gaat het over veel onderwerpen

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het doel van een advertentie?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren

Slide 12 - Quizvraag

Perron 2

Slide 13 - Tekstslide

Beoordelingswoorden












Voegwoorden











mooi
Lelijk
leuk
saai
want
Omdat
Dus
Daarom

Slide 14 - Sleepvraag

Wat is een recensie?
A
Een artikel waarin iemand zijn mening over bijvoorbeeld een boek, film, of game geeft.
B
Een ander woord voor een recept
C
Een routebeschrijving: hoe kom ik precies op de juiste locatie aan?

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het doel van een ingezonden brief?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Perron 3

Slide 21 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een nieuwsbericht en een achtergrond artikel?
A
Een achtergrondartikel is veel korter dan een nieuwsbericht
B
Een achtergrondartikel geeft meer informatie over een onderwerp dan een nieuwsbericht
C
Een achtergrondartikel is wat makkelijker te lezen dan een nieuwsbericht

Slide 22 - Quizvraag

Wat moet er in een schrijfplan staan?

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Tekstslide

inleiding
Kern
Slot
Anekdote 
Dit stuk bestaat uit meerdere alinea's. Deze alinea's zijn verdeeld in tussenkopjes
conclusie/samenvatting van een teskt
Je beschrijft in dit stukje tekst, wat het onderwerp is
Deelonderwerpen worden behandeld in dit stukje

Slide 25 - Sleepvraag

Wat zijn deelonderwerpen?
A
De middelste alinea's
B
Stukjes van het onderwerp
C
onbelangrijke informatie
D
een ander woord voor hoofdgedachte

Slide 26 - Quizvraag

Een tekst heeft altijd een kop. Wat is een kop?
A
Een titel van een tekst
B
Een hoofd
C
De hoofdgedachte

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Perron 4

Slide 29 - Tekstslide

Bedenk een vraag die begint met een W-woord (wie, wat, waar, wanneer, waarom).

Slide 30 - Open vraag

Wat zijn kernmerken van een verslag? Waar moet je aan denken

Slide 31 - Woordweb

Een verslag
Is een tekst over iets wat iemand heeft meegemaakt of gezien.
Het belangrijkste doel van een verslag schrijven is: Informeren.
Er staan veel feiten in een verslag (er staat precies hoe iets is gegaan).
De schrijver gebruikt de 5 w + h-vragen (wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe)
Het verslag staat op chronologische volgorde.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Noem een verschil tussen een zakelijke brief en een zakelijke e-mail

Slide 34 - Woordweb

Slide 35 - Tekstslide

Noem een overeenkomst tussen een zakelijke brief en een zakelijke e-mail

Slide 36 - Woordweb

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Aan de slag: extra opdrachten perron 1 tot en met 4
Ga aan de slag met de extra opdrachten die online staan.
Je werkt alleen.
Je steekt je handje op als je een vraag hebt (of als je een verlengde instructie wil).
Je mag mij ook een privéberichtje via teams sturen als je een vraag niet snapt.
Je blijft in deze vergadering.

Slide 40 - Tekstslide

Huiswerk
Extra opdrachten perron 1 tot en met 4

Slide 41 - Tekstslide