Bij werkwoorden: geef modus, tijd, these, aspect, persoon.
Geef bij naamwoorden de (vermoedelijke) functie in de zin, of geef aan of dit een vaste aanvulling is (waarbij?)
Slide 31 - Tekstslide
B Werkwoord 1-2
1: 3 mv praes. act.
2: ptc. nom. mv mnl.
Slide 32 - Tekstslide
B Werkwoord 3
νοσήσωσιν (r. 16) coni. generalis
ἄρχηται (r. 17) coni. generalis
ἀπορρυῇ (r. 19) coni. generalis
ἐπιτάμῃ (r. 24) coni. generalis
ἀφίκωνται (r. 26) coni. generalis
ἔωσι (r. 27) coni. generalis
ἀποβαίνῃ (r. 30) coni. generalis
Slide 33 - Tekstslide
C Naamwoorden
a θειότερον en ἀνθρωπινώτερον
b ‘dan een ander’
Slide 34 - Tekstslide
D Participium
a bij κρεμαμένων
b in de gen.; het is onderdeel van een genitivus absolutus
Slide 35 - Tekstslide
Συμβουλή 1
1 ‘zeer velen’ klinkt vermoedelijk iets aannemelijker; dan zijn er minder verwijfdemannen dan met ‘de meeste …’ (dit laatste lijkt nogal onwaarschijnlijk)
Slide 36 - Tekstslide
Συμβουλή 2
a ἐμοὶ ... αὐτῷ
b καὶ
c door niet alleen die ziektes, maar álle ziektes goddelijk te noemen (καὶ τἄλλα πάντα); en de een is niet goddelijker of menselijker dan de ander en ten slotte is alles in overeenstemming met de natuur
Slide 37 - Tekstslide
Συμβουλή 3-4-5
3 ze zijn bang dat het hun ook overkomt
4 dat de mannen vrouwendingen doen
5 a ὑγιεῖς (ἐόντες)
b de ὑγιεῖς hebben geen last meer van verlammingen en ontstekingen in de heupen, de οὐχ ὑγιεῖς nog wel; beiden hebben last van impotentie
Slide 38 - Tekstslide
Συμβουλή 6-7-8
6 het opensnijden van de ader achter de oren
7 de genoemde aders die het zaad vanuit de hersenen achter de oren langs naar de geslachtsdelen vervoeren
8 blijkbaar nemen ze het niet zo nauw met de huwelijkse trouw
Slide 39 - Tekstslide
Συμβουλή 9-10
9 χρῆσθαι, ‘gebruiken’, getuigt niet van een vriendelijke omgang met elkaar; de vrouwen worden eerder als een soort gebruiksvoorwerp gezien
10 ‘niets anders’ wil zeggen dat de impotentie blijft
Slide 40 - Tekstslide
Aan het werk.
Herhaal de woordjes van Serie 1 t/m 5
Leer de woordjes en grammatica t/m 10A
Maak de Symboulè van 10A
Dit is ook huiswerk.
Slide 41 - Tekstslide
Wat heb je vandaag geleerd?
Slide 42 - Open vraag
Wat is nog onduidelijk? Waar wil je meer over weten?