2.7 Ik bel morgen. - Morgen bel ik - 2.8 Het weer

2.7 Ik bel morgen. - Morgen bel ik

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.7 Ik bel morgen. - Morgen bel ik

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdzin
1. wie of wat
2a. eerste werkwoord
3. Rest
2b. Tweede werkwoord
Wij
hebben
gisteren
gewandeld
3. Rest
2a. Eerste werkwoord
1. Wie of wat
3. Rest
2b. Tweede werkwoord
Vandaag
gaat
Thijs
buiten
voetballen

Slide 2 - Tekstslide

Tijd of plaats? Bespreek samen.
1. Ik ga vandaag naar Amsterdam.

2. Leanne heeft gisteren gewerkt.

3. Mijn tante woont in Groningen.

4. In Den Haag werkt de koning. 

Slide 3 - Tekstslide

Maak een goede zin:

in november | Sinterklaas | naar Nederland | komt

Slide 4 - Open vraag

Maak een goede zin:

op bezoek | mijn familie | komt | overmorgen

Slide 5 - Open vraag

Maak een goede zin:

zijn | in deze wijk | heel modern | de huizen

Slide 6 - Open vraag

Maak een goede zin:

de temperatuur | in de zomer | het hoogst | is

Slide 7 - Open vraag

Maak de vier zinnen af en vertel wat je gaat doen:

Vandaag........ Eerst......... Dan ................ Ten slotte ..................

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

de regen
de wind
de wolken
de mist
de regenboog
de hagel
de zon
de sneeuw
het onweer

Slide 10 - Sleepvraag

Praat samen 
Hoe is het weer?



de lente
de zomer
de herfst
de winter

Slide 11 - Tekstslide

De zon schijnt.
Tim loopt door de regen.
Hij maakt een sneeuwpop
De jongen springt in de plas.

Slide 12 - Sleepvraag

2.8 Het weer
Blz. 68
Bespreek samen opdrachten en kijk samen naar de video van 2.8

Werkblad: 2.8
Je gaat praten over het weer in verschillende landen. 

Slide 13 - Tekstslide