In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Week 51: woordenschat AA
Bekijk de nieuwsbegrip uitzending met de klas.
Lees de tekst samen.
Slide 1 - Tekstslide
moeilijke woorden
Slide 2 - Woordweb
Kies het goede antwoord.
21 corso’s staan nu op een lijst. Het is een lijst met tradities. Op die lijst staan dingen die mensen al een hele tijd hetzelfde doen.
Wat betekent de traditie?
A
iets wat net nieuw is en wat nog bijna niemand heeft gezien
B
iets wat je nog nooit gedaan hebt, maar graag een keer wilt doen
C
iets wat al heel lang op dezelfde manier gedaan wordt
Slide 3 - Quizvraag
Kies het goede antwoord.
Op de lijst staan unieke plekken. Dat kunnen mooie plekken in de natuur zijn. Of bijvoorbeeld gebouwen die je nergens anders ziet.
Wat betekent uniek?
A
heel bijzonder
B
erg duur
C
heel gewoon
Slide 4 - Quizvraag
Kies het goede antwoord.
Een plek of iets wat mensen al lang op dezelfde manier doen komt niet zomaar op de lijst. Daar denkt een groep mensen eerst goed over na.
Wat betekent zomaar?
A
moeilijk, met veel regels
B
langzaam, met veel problemen
C
makkelijk, zonder regels
Slide 5 - Quizvraag
Kies het goede antwoord.
Een groep mensen beslist of zo’n plek op de lijst mag komen. Zij zeggen of iets wel of niet op de lijst komt.
Wat betekent beslissen?
A
zeggen wat het wordt
B
verzinnen
C
raden wat het is
Slide 6 - Quizvraag
Kies het goede antwoord.
De plek of iets wat mensen al lang op dezelfde manier doen moet natuurlijk wel heel bijzonder zijn. Anders komt het echt niet op de lijst.
Wat betekent natuurlijk?
A
misschien
B
steeds
C
zeker
Slide 7 - Quizvraag
Kies het goede antwoord.
Sinds 15 december staan 21 corso’s uit Nederland op de lijst. Daarvoor stonden de corso’s nog niet op de lijst.
Wat betekent sinds?
A
vanaf
B
tot
C
net als
Slide 8 - Quizvraag
Kies het goede antwoord.
Een corso is een optocht met grote wagens. De wagens rijden achter elkaar aan.
Wat betekent de optocht?
A
een groep mensen of wagens die verschillende kanten opgaan
B
een groep mensen of wagens die een wedstrijd doen wie het snelst is
C
een groep mensen of wagens die in een rij over straat gaan
Slide 9 - Quizvraag
Kies het goede antwoord.
De optocht ging door alle straten van het dorp. Welke woorden passen bij de optocht?
A
de mensen – de wagens – de rij
B
de vliegtuigen – de lucht – de vakantie
C
de dieren – de stal – het hooi
Slide 10 - Quizvraag
Zoek de goede betekenis bij het woord.
de traditie
beslissen
de optocht
iets wat al heel lang op dezelfde manier gedaan wordt
een groep mensen of wagens die in een rij over straat gaan
zeggen wat het wordt
Slide 11 - Sleepvraag
Kies het goede antwoord.
Mijn moeder heeft beslist dat ik om acht uur naar bed moet. Welke zin past er het beste bij?
A
Mijn moeder dacht dat ik om acht uur naar bed ging.
B
Mijn moeder heeft gezegd dat ik om acht uur naar bed moet.
C
Mijn moeder zei dat ik misschien om acht uur naar bed moet.
Slide 12 - Quizvraag
Lees de zinnen. Sleep het goede woord naar de lege plek in de zin.
In ons dorp is ieder jaar in december een [ ].
Dat is een [ ] in ons dorp. Mensen die meelopen, versieren zichzelf met lichtjes.
Maar je mag [ ] ook meelopen zonder lichtjes. Het is een feest voor iedereen!
...
...
...
optocht
natuurlijk
traditie
Slide 13 - Sleepvraag
Welk woord past het beste op de open plek in de zin?
Je kunt niet … een museum binnenlopen. Je moet eerst een kaartje kopen.
A
natuurlijk
B
zomaar
C
uniek
Slide 14 - Quizvraag
Maak de zin af.
In Amsterdam staat de Pythonbrug. Geen enkele andere brug in Nederland lijkt op deze brug. Hij is …
A
zomaar
B
uniek
C
natuurlijk
Slide 15 - Quizvraag
Kies de goede antwoorden. Er zijn twee antwoorden goed.
Het Suikerfeest is een oude traditie die in veel landen gevierd wordt. Wat is nog meer een voorbeeld van een traditie?
A
In Nederland eten we beschuit met muisjes als er een baby wordt geboren.
B
Lizz mag dit jaar voor het eerst de piek op de kerstboom zetten.
C
Mijn oma maakt ieder jaar met kerst stoofpeertjes klaar.
Slide 16 - Quizvraag
Lees de zinnen. Sleep het goede woord naar de lege plek in de zin.
Bij mijn opa en oma hing altijd een [...] schilderij.
Maar [...] mijn opa en oma zijn verhuisd, hangt het schilderij niet meer in huis.
Mijn opa gaf het schilderij [...] weg.
Mijn oma vindt dat jammer.
Ze vindt dat opa niet in zijn eentje mocht [...] om het schilderij weg te geven.
zomaar
uniek
beslissen
sinds
Slide 17 - Sleepvraag
Kies het goede antwoord.
De Efteling bestaat sinds 31 mei 1952. Kon je het jaar daarvoor naar De Efteling?
A
ja
B
soms
C
nee
Slide 18 - Quizvraag
Zoek de goede betekenis bij het woord.
uniek
zomaar
natuurlijk
sinds
makkelijk, zonder regels
zeker
heel bijzonder, er is er maar één van
vanaf
Slide 19 - Sleepvraag
Welk woord past het beste op de open plek in de zin?
Abu deed erg zijn best tijdens het kampioenschap. Hij hoopt … dat hij kampioen wordt!
A
natuurlijk
B
uniek
C
sinds
Slide 20 - Quizvraag
Hoe goed ging de les?
😒🙁😐🙂😃
Slide 21 - Poll
Kies het goede antwoord.
In deze les heb je geleerd wat het woord beslissen betekent. Het betekent: zeggen wat het wordt. Je kunt van het doe-woord beslissen ook een zelfstandig naamwoord maken: de beslissing. Van welk doe-woord is een goed zelfstandig naamwoord gemaakt?
A
vissen – de vissing
B
missen – de missing
C
vergissen – de vergissing
Slide 22 - Quizvraag
Lees de zinnen. Sleep het goede woord naar de lege plek in de zin.
Eric is een [...].
Hij werkt bij de brandweer. Dat doet hij nu vijf jaar.
Gelukkig heeft hij nog nooit meegemaakt dat er mensen [...] bij een brand.
Wel [...] branden soms hele gebouwen.
En liet het vuur een [...] achter. Zijn werk kan gevaarlijk zijn, maar hij doet het graag.
puinhoop
omkwamen
reddingswerker
verwoestten
Slide 23 - Sleepvraag
Lees de zinnen. Sleep het goede woord naar de lege plek in de zin.
68 jaar geleden was er in Nederland een [...].
Dat was de Watersnoodramp. Een deel van Nederland kwam toen onder water te staan. Mensen moesten [...] op zolder terwijl zij wachtten op [...].