Gebruik de zes feiten (A-F). Deze vraag gaat over de politiek en het bestuur in Nederland in 1815 en in 1848. - Noteer het jaartal 1815 en zet de bijpassende letters erachter. - Noteer het jaartal 1848 en zet de bijpassende letters erachter. (2 punten)
A de koning had veel macht
B de regering was afhankelijk van het parlement
C het parlement had de hoogste macht
D het parlement had weinig rechten
E het volk had veel politieke invloed
F Nederland was een constitutionele monarchie