kerst/winter

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

waar denk jij aan bij het woord kerst?

00:20

wanneer vieren we kerst?

1. 25 en 26 december
2. 30 december en 1 januari
3. 15 en 16 december
4. 20 en 21 december

00:47

hoe heten de 2 personen in beeld?

01:38

weet jij hoe dit kindje heet?

02:39

waarom denk jij dat ze takken van naaldbomen af

1. het staat mooi.
2. ze willen wat meer groen in huis.
3. ze staan voor nieuw leven en lente .
4. om te vieren dat er nog bomen groen zijn.

04:42

wat hebben mitras en jezus met elkaar gemeen?

1. ze zijn allebei brenger van het licht.
2. ze zijn allebei leiders van een geloof
3. ze zijn op dezelfde dag geboren.
4. antwoorden A,B,en C.

06:38

wat denk jij dat ze nog meer in de boom hangen?

07:45

wat eet/drink jij het liefst met kerst?

o nee de kerstman is alles vergeten door een spreuk die fout is gegaan!

kun jij helpen de kerstman alles te herinneren? 

wat moet je doen als je onder een maretak staat?

1. een cadeau geven
2. een kus geven
3. een knuffel geven

kun jij het missende woord invullen?
oh dennenboom, oh denneboom, wat zijn je _______________ wonderschoon.

1. takken.
2. blaadjes.
3. kaarsen.

hoe heet het beroemde rendier met een rode neus?

1. julian
2. david
3. rudolph
4. jezus

oud

nieuw

oojee de elven hebben weer grappen uitgehaald en nu zijn alle woorden door de war, kun jij alle letters op de goede plek zetten?

PS: alle woorden hebben te maken met kerst!

 msesrkit

rset

aimar

zjuse

heb je iets nieuws geleerd?

vond je de les leuk?