In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
§ 3.2 Verwarmen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen:
Aan het einde van deze les:
Ken je het verschil tussen warmte en temperatuur.
Begrijp je wat een energiestroomdiagram is.
Ken je het verschil tussen kwalitatieve en kwantitatieve energie.
Weet je welke groot- en eenheden aan bod komen dit hoofdstuk.
Begrijp je het begrip 'soortelijke warmte'.
Begrijp je hoe je warmte-energie kunt berekenen.
Begrijp je hoe je elektrische energie kunt berekenen
Slide 3 - Tekstslide
Het verschil tussen warmte en temperatuur
Warmte is een vorm van Energie
Temperatuur is niet hetzelfde als warmte
Door warmte toe te voegen (=verhitten) of juist warmte weg te halen (=koelen) kun je de temperatuur van voorwerpen/stoffen veranderen
Slide 4 - Tekstslide
Warmte en temperatuur
Warmte is te meten
Temperatuur is een gevoel
Als mens kunnen wij alleen het warmte verschil voelen
Dit geeft een raar gevoel voor temperatuur.
Dit gaan jullie onderzoeken.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Soortelijke warmte
Soortelijke warmte: de warmte die nodig is om 1 gram stof 1 graden Celsius warmer te maken.
Slide 7 - Tekstslide
Berekenen van de warmte.
De warmte (= energie) is afhankelijk van 3 dingen:
de massa (m) in de eenheid gram (g)
de soortelijke warmte (c) in de eenheid J/g.oC
het temperatuursverschil (stijgen of dalen) ( T) in de eenheid oC
Δ
Slide 8 - Tekstslide
warmtebronnen die op chemische Energie werken
brandstoffen bevatten chemische Energie, want verbranden is een chemische reactie (de brandstof verandert in andere stoffen= chemie).
bij verbranden gebeurt dit:
chemische Energie---> warmte Energie
voorbeelden van warmtebronnen die werken op chemische energie:
- koken op aardgas,
- een houtvuurtje,
- een barbecue die op briketten of kolen werkt
Slide 9 - Tekstslide
Energiestroomdiagram
Wet van Behoud van Energie
Alle energie die een apparaat ingaat komt er ook weer uit. Het wordt alleen omgezet in een andere energievorm: de nuttige energie. Meestal is de "afval" energie een vorm van warmte.
Het rendement is nooit 100%.
In het echt stoppen de kogels na een bepaalde tijd met heen en weer bewegen. Er ontstaat niet alleen bewegingsenergie, maar ook warmte.
Slide 10 - Tekstslide
kwantitatief - kwalitatief
De kwantitatieve energie blijft bij een energieomzetting altijd gelijk. Echter is het vaak zo dat een deel van de energie niet meer nuttig is. De kwalitatieve energie neemt daarbij af.
Slide 11 - Tekstslide
Warmtebronnen
In een verwarmingsketel wordt aardgas verbrand. DUS:
Chemische energie wordt omgezet in warmte energie.