Grammatica zinsdelen

Grammatica zinsdelen
persoonsvorm
onderwerp
werkwoordelijk gezegde
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
bijwoordelijke bepaling
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica zinsdelen
persoonsvorm
onderwerp
werkwoordelijk gezegde
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
bijwoordelijke bepaling

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?
"Gisteravond heb ik overheerlijke spaghetti gekookt voor mijn ouders"
A
gisteravond
B
heb
C
ik
D
gekookt

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het onderwerp?
"Gisteravond heb ik overheerlijke spaghetti gekookt voor mijn ouders"
A
ik
B
spaghetti
C
heb gekookt
D
mijn ouders

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
"Gisteravond heb ik overheerlijke spaghetti gekookt voor mijn ouders"
A
heb
B
heb spaghetti gekookt
C
heb overheerlijke spaghetti gekookt
D
heb gekookt

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het lijdend voorwerp? "Gisteravond heb ik overheerlijke spaghetti gekookt voor mijn ouders"
A
gisteravond
B
spaghetti
C
overheerlijke spaghetti
D
mijn ouders

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp?
"Gisteravond heb ik overheerlijke spaghetti gekookt voor mijn ouders"
A
ik
B
overheerlijke spaghetti
C
mijn ouders
D
voor mijn ouders

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de bijwoordelijke bepaling?
"Gisteravond heb ik overheerlijke spaghetti gekookt voor mijn ouders"
A
Gisteravond
B
overheerlijke
C
voor mijn ouders
D
is er niet

Slide 7 - Quizvraag

Waarom
zijn
zoveel mensen
tegenwoordig
aan het klagen?
is er niet
pv
ow
wg
lv
mv
bwb

Slide 8 - Sleepvraag

Wie
heeft
zijn hond
in de duinen
laten poepen?
is er niet
pv
ow
wg
lv
mv
bwb

Slide 9 - Sleepvraag

Deze organisatie
geeft
ieder jaar
al haar geld
aan zielige kinderen
is er niet
pv
ow
wg
lv
mv
bwb

Slide 10 - Sleepvraag