Hfst 2 - Par 2.4 en 2.5

hfst 2 
bevolking en cultuur
AK
par 2.4 en 2.5
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

hfst 2 
bevolking en cultuur
AK
par 2.4 en 2.5

Slide 1 - Tekstslide

2.4 De Nederlandse bevolking

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat weet je nog over
bevolkingsgroei?
natuurlijke
natuurlijke

Slide 9 - Woordweb

bevolkingsgroei
bevolkings-samenstelling
 2.4 - De Nederlandse bevolking
sociale bevolkingsgroei
natuurlijke bevolkingsgroei
bevolkingspiramide
vergrijzing
bevolkingsgroei =
de bevolking in een gebied neemt toe; dit kan natuurlijke groei zijn of sociale groei
bevolkingssamenstelling =
manier waarop de bevolking is samengesteld, waarbij wordt gekeken naar: leeftijd, geslacht en herkomst
krimpgebieden

Slide 10 - Tekstslide

Bevolkingsgroei veroorzaakt door een hoger geboortecijfer is......
A
Natuurlijke bevolkingsgroei
B
Sociale bevolkingsgroei
C
Positieve bevolkingsgroei
D
Demografische bevolkingsgroei

Slide 11 - Quizvraag

Het aantal geboorte- en sterftegevallen in Nederland noemen we...
A
Sociale bevolkingsgroei
B
Natuurlijke bevolkingsgroei

Slide 12 - Quizvraag

Maak af: immigratie - emigratie =
A
natuurlijke bevolkingsgroei
B
verhuizen
C
sociale bevolkingsgroei
D
migratie

Slide 13 - Quizvraag

Als je kijkt naar het aantal mensen dat in een wijk wordt geboren en overlijdt, heb je het over de ...X... bevolkingsgroei.
A
X = sociale bevolkingsgroei
B
X = natuurlijke bevolkingsgroei

Slide 14 - Quizvraag

Welk woord is NIET van toepassing op het bewegende plaatje hiernaast?
A
natuurlijke bevolkingsgroei
B
sociale bevolkingsgroei
C
bevolkingsspreiding
D
vergrijzing

Slide 15 - Quizvraag

De manier waarop mensen over een gebied verspreid zijn, noemen we:
A
bevolkingsdichtheid
B
bevolkingsgroei
C
bevolkingsspreiding
D
cultuurvermenging

Slide 16 - Quizvraag

De groei van de bevolking doordat er meer baby's worden geboren dan dat er mensen dood gaan, heet:
A
overbevolking
B
sociale bevolkingsgroei
C
natuurlijke bevolkingsgroei

Slide 17 - Quizvraag

Hoe reken ik de natuurlijke bevolkingsgroei uit?
A
geboorte - sterfte
B
immigranten - emigranten
C
inwoners - vertrekkers
D
vertrekoverschot - vestigingsoverschot

Slide 18 - Quizvraag

Bereken de natuurlijke bevolkingsgroei.
Aantal baby's 300. Aantal doden 200
A
500
B
-100
C
100
D
?

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wat weet je nog over
de multiculturele samenleving?

Slide 27 - Woordweb

nieuwe Nederlanders
mensen met migratie-achtergrond
 2.5 - NL: een multicultureel land
vluchtelingen uit oorlogsgebieden
mensen uit vroegere koloniën
(*) jezelf aanpassen aan een nieuw land
arbeidsmigranten
westerse achtergrond
niet-westerse achtergrond
multiculturele samenleving
inburgeren (*)

Slide 28 - Tekstslide

Hoe worden de nieuwe Nederlanders ook nog genoemd?
A
Autochtonen
B
Niet-westerse allochtonen
C
Allochtonen
D
Westerse autochtonen

Slide 29 - Quizvraag

Welke bewering is juist?
A
Allochtonen zijn buitenlanders
B
De autochtonen zijn buitenlanderse
C
Allochtonen en autochtonen zijn Nederlanders
D
Alleen autochtonen zijn Nederlanders

Slide 30 - Quizvraag

Buurten met veel bejaarden, studenten, niet-westerse allochtonen zijn vaak ....
A
rijk
B
arm

Slide 31 - Quizvraag

Waar wonen de meeste allochtonen?
A
In het oosten
B
In Het zuiden
C
In het westen
D
In het noorden

Slide 32 - Quizvraag

Westerse allochtonen komen uit...
A
Europa
B
Het westen
C
Europa, Amerika, Oceanië en Japan
D
gebieden over de hele wereld

Slide 33 - Quizvraag

Jij bent in Nederland geboren, je moeder ook en je vader in België. Jij behoort dan tot de....
A
autochtonen
B
migranten
C
gezinshereniging
D
allochtonen

Slide 34 - Quizvraag

Waarom hebben niet-westerse allochtonen uit arme landen moeite in te burgeren?
A
Het Nederlandse verkeer is veel drukker dan wat ze in hun eigen land gewend zijn.
B
Het Nederlandse landschap is veel vlakker dan in de landen waar ze vandaan komen.
C
De Nederlandse taal en gewoonten zijn anders dan in de landen waar ze vandaan komen.
D
Het Nederlandse klimaat is veel kouder en natter dan ze gewend zijn in hun eigen land.

Slide 35 - Quizvraag