Les 1 Claire

Bonjour classe V3A !
Mercredi 31 août 2022
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bonjour classe V3A !
Mercredi 31 août 2022

Slide 1 - Tekstslide

De lesdoelen
Les objectifs pour aujourd'hui :
- Je kunt jezelf voorstellen;
- Je kunt zeggen waar je bent geweest/ wat je in de vakantie hebt gedaan;
-  Je herkent woorden over het thema "reizen" (voyager);
- Je kunt zinnen maken aan de hand van specifieke woorden.

Slide 2 - Tekstslide

Objectif numéro 1
Jij kunt jezelf voorstellen /
Tu peux te présenter.

Slide 3 - Tekstslide

Tu te présentes
Et toi ? Comment tu t'appelles ? Tu as quel âge ? Qu'est-ce que tu aimes ? Qu'est-ce que tu n'aimes pas ?

1/ La classe parle et répète/ herhaalt les phrases/ zinnen;
2/ Tu parles en duo (2 minutes).
 

Slide 4 - Tekstslide

Je me présente
Nom : Je m'appelle Madame Baichere.
Age : J'ai quarante-quatre ans.
J'aime : regarder des films et des séries; voyager; voir ma famille et mes amis; manger; aller au théâtre; mon travail.
Je n'aime pas : faire du sport; attendre. 

Qui a des questions pour moi ? Est-ce que .... ?

Slide 5 - Tekstslide

Objectif numéro 2
Jij kan zeggen waar ben jij geweest/ wat jij in de vakantie heb gedaan.

Slide 6 - Tekstslide

Je suis allé(e)....
Ecoute bien Madame Baichere.
...
 est-ce que je suis allée pendant/ tijdens les vacances ?

Slide 7 - Tekstslide

en / au / aux
Regarde bien :
Je suis allé en France.
Je suis allé au Canada.
Je suis allée aux Etats-Unis.

In welke gevallen gebruik jij "en", of "au", of "aux"?

Slide 8 - Tekstslide

namen van landen
In het Frans hebben landen een lidwoord.
Een land is  vrouwelijk, mannelijk of meervoud:
la France
l'Angola (m)
le Danemark
les Pays-Bas


Slide 9 - Tekstslide

Voorzetsels + landen/steden
Landennamen hebben in het Frans een lidwoord.
Ze zijn dus mannelijk, vrouwelijk of meervoud...

  • Eindigt een land op de letter -e      -> vrouwelijk    -la France
  • Eindigt een land op de letter -s      -> meervoud    -les Antilles
  • Eindigt een land op iets anders     -> mannelijk      -le Brésil

Slide 10 - Tekstslide

... Maroc
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 11 - Quizvraag

... Italie
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 12 - Quizvraag

Révision
à / au / aux / en
dorp / stad
à
Je vais à l'école à Amsterdam.
land (mannelijk)
au
Je vais au Japon.
land (meervoud)
aux
J'habite aux Pays-Bas.
land (vrouwelijk)
en
Nous allons en France.

Slide 13 - Tekstslide

Je vais ...
A
au Maroc
B
en Maroc
C
aux Maroc
D
à Maroc

Slide 14 - Quizvraag

Madame Baichere est allée ... Ecosse
A
au
B
aux
C
en
D
à

Slide 15 - Quizvraag

Je suis allé(e)....

Et toi, où est-ce que tu es allé(e) pendant les vacances ?
en France ? à Tilburg ? en Espagne ? à Amstelveen ?

La classe parle et répète/ herhaalt les phrases/ zinnen.

Slide 16 - Tekstslide

Je suis allé(e)....
Ecoute bien Madame Baichere.
...
Qu'est-ce que j'ai fait pendant les vacances ?

Je suis allée au cinéma ? A la mer ? Au restaurant ? ...

Slide 17 - Tekstslide

Je suis allé(e)....

Et toi, qu'est-ce que tu as fait pendant les vacances ?
Tu es allé(e) au cinéma ? A la mer ? Au restaurant ? Tu as fait du football ? Tu as beaucoup mangé ? Tu as dormi ?...

1/ La classe parle et répète/ herhaalt les phrases/ zinnen.
2/ Tu parles en duo (2 minutes).

Slide 18 - Tekstslide

Objectif numéro 3
 Jij herkent woorden over het thema "reizen"(voyager).

Slide 19 - Tekstslide

Amsterdamse bos est :
A
une ile
B
un paysage
C
une forêt
D
une plage

Slide 20 - Quizvraag

L'hiver, le printemps, l'été et l'automne sont des :
A
iles
B
saisons
C
sentiers
D
climats

Slide 21 - Quizvraag

Qu'est-ce que
c'est ?
A
une autoroute
B
un sentier
C
un voyage
D
la mer

Slide 22 - Quizvraag

La montagne la plus haute de la France s'appelle ...
A
le Mont-Blanc
B
le Kilimanjaro
C
le Mont Everest
D
le Mont Aiguille

Slide 23 - Quizvraag

Fais une phrase avec les mots/ maak een zin met de volgende woorden: l'/ une / Ecosse / est / belle / ile

Slide 24 - Open vraag

Fais une phrase avec les mots/ maak een zin met de volgende woorden: il / quand / je / à / mer / fait / chaud / vais / la / ,

Slide 25 - Open vraag

Les devoirs /huiswerk
Pour vendredi 09 septembre :
Libre Service online
3 VWO
U1
Regarder 
1/ Compréhension globale
Kijk naar de vlog. Deze gaat over Martinique.
2/ Compréhension détaillée
Kijk nog een keer naar de vlog en beantwoord de detailvragen. Leer na afloop het vocabulaire thématique van Regarder (Apprendre 1).

Slide 26 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?
- Jij kan jezelf voorstellen;
- Jij kan zeggen waar ben jij geweest/ wat jij in de vakantie heb gedaan;
-  Jij herkent woorden over het thema "reizen"(voyager);
- Jij kan zinnen maken aan de hand van specifieke woorden.

Slide 27 - Tekstslide

Heb je de lesdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll