Lezen hoofdstuk 1 + 2 + 3

LEZEN HOOFDSTUK 1
BLZ. 11
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

LEZEN HOOFDSTUK 1
BLZ. 11

Slide 1 - Tekstslide

Lezen is in, ezel.
Deze zin kun je ook van achter naar voren lezen. Er staat dan precies hetzelfde. Hoe noemen we dit?

Slide 2 - Open vraag

racecar
is geen palindroom
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

bedenk een
palindroom

Slide 4 - Woordweb

mug / gum zijn
A. echowoorden
B. spiegelwoorden
A
echowoorden
B
spiegelwoorden

Slide 5 - Quizvraag

Je kunt met één of een paar woorden
zeggen wat het onderwerp is.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Om het onderwerp te vinden,
lees je de tekst ....

Slide 7 - Open vraag

HOOFDSTUK 2
Hoe noem je de taal die je als kind
thuis leert spreken?

Slide 8 - Open vraag

Mensen die twee talen vloeiend spreken, noem je .....

Slide 9 - Open vraag

Een tekst is meestal in stukjes verdeel.
Zo'n stukje tekst noem je een
A
deelonderwerp
B
regel
C
regelstukken
D
alinea

Slide 10 - Quizvraag

Elke alinea gaat over
een ... van de tekst.

Slide 11 - Open vraag

Globaal lezen: je leest de eerste en
de laatste zin van alle alinea's.
A
niet waar
B
waar

Slide 12 - Quizvraag

Elke tekst gaat ergens over. Dat noem je ....

Slide 13 - Open vraag

tegenovergestelde van
letterlijk taalgebruik is
figuurlijk taalgebruik
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

bedenk een
spiegelwoord

Slide 15 - Woordweb

Hoe moet je
zoekend lezen?

Slide 16 - Woordweb

Blz. 66 opdr. 2
Bespreek de volgende vragen met elkaar:
Vraag 3
Vraag 7
Vraag 9

Slide 17 - Tekstslide

Blz. 66 opdr. 3
Bespreek het antwoord van vraag 3 met elkaar.

Slide 18 - Tekstslide

Nu graag telefoon weg, we gaan nakijken!

Slide 19 - Tekstslide