Was, were, wasn't, weren't / did and didn't

Stepping Stones Grammar Hfst 3

Was,were, wasn't, weren't, did, didn't
Klas 2 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Stepping Stones Grammar Hfst 3

Was,were, wasn't, weren't, did, didn't
Klas 2 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel van vandaag
Aan het einde van deze les:
  1. Kun je `to be`opzeggen in  de verleden tijd
  2. Ken je de juiste vorm van `to be`in de verleden tijd
  3. Ken je `to do`in de tegenwoordige en verleden tijd
  4. kun je ook ontkenningen maken 

Slide 2 - Tekstslide

Voor de vakantie is  was,were, did en de ontkenning met jullie behandeld
Maar ....wat weten jullie nog?
Even quiz vraag....

Slide 3 - Tekstslide

De 3 vormen van "to be" in de tegenwoordige tijd zijn
A
He, She , It
B
Is, was, were
C
Am, was , is
D
Am, are , is

Slide 4 - Quizvraag

Present simple: to be
I am
You are
He, She, It is
We are
You are
They are

Slide 5 - Tekstslide





I, He, She , It

You, We, They, You
Verleden tijd van 
"To be"

Was

Were

Slide 6 - Tekstslide

To do 
Tegenwoordige tijd

Do

Does
(He,she,It)
 To do
Verleden tijd

Did

(bij alle personen)

Slide 7 - Tekstslide

Let op ....
 Na did.......volgt altijd de korte vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd!

He did work.....
I did like it......
You did take is...


Slide 8 - Tekstslide

Wie denkt dat hij/zij het begrijpt?

Slide 9 - Tekstslide

Ik gebruik "was en were" ....
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Altijd
D
Nooit

Slide 10 - Quizvraag

De zin hieronder is een goede zin?
Annie and John was reading a book.
A
niet waar
B
waar
C
Geen idee
D
Wat staat er?

Slide 11 - Quizvraag

En deze zin dan?
Britt was jumping on the bed.
A
Niet waar
B
waar
C
Geen idee
D
Wat staat er?

Slide 12 - Quizvraag

Ik gebruik "did" ....
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Altijd
D
Nooit

Slide 13 - Quizvraag

Na did volgt altijd....
A
het werkwoord in de v.t.
B
niets
C
de korte vorm van het werkwoord
D
Ik zou het niet weten

Slide 14 - Quizvraag

Leerdoel behaald?
Aan het einde van deze les:
  1. Kun je `to be`opzeggen in  de verleden tijd
  2. Ken je de juiste vorm van `to be`in de verleden tijd
  3. Ken je `to do`in de tegenwoordige en verleden tijd
  4. kun je ook ontkenningen  maken 

Slide 15 - Tekstslide