In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.
Onderdelen in deze les
Welkom M4
Verwijzen naar de werkelijkheid
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je weet wat verwijzen naar de werkelijkheid betekent
Je herkent (spel)werkelijkheid in een fragment
Je kunt 5 verschillende manieren van verwijzen naar de werkelijkheid noemen
Je kunt de functie van muziek binnen het theater beschrijven
Slide 2 - Tekstslide
Manieren van verwijzen naar de werkelijkheid
Een toneelstuk laat altijd een visie zien van de regisseur op een aspect van de werkelijkheid. De regisseur verwijst daarmee naar de werkelijkheid. Dit kan op 5 verschillende manieren.
Slide 3 - Tekstslide
Welke verwijzingen naar de werkelijkheid ken je nog/ al?
Slide 4 - Woordweb
Verwijzen naar werkelijkheid
Nabootsing
Typering
Omkering
Oefensituatie
Metafoor
Slide 5 - Tekstslide
Nabootsing
Een directe verwijzing naar de werkelijkheid, bijvoorbeeld: Zoon komt ´s avonds na een feestje pas om 3 uur thuis. Vader zit in de woonkamer op hem te wachten en is boos, want de zoon is veel te laat.
Slide 6 - Tekstslide
Typering
Eén eigenschap uit de werkelijkheid wordt gekozen en vergroot vormgegeven. Bijvoorbeeld: De agressiviteit van de vader die zijn zoon uitfoetert, wordt vergroot.
Slide 7 - Tekstslide
Omkering
Gespeeld wordt met de verwachting van het publiek. Niet het voorspelbare gebeurt, maar juist het omgekeerde. Bijvoorbeeld: Vader reageert: “Waarom ben je nu al thuis? Je mag pas om 6 uur thuiskomen. Mijn huis uit en feesten tot 6 uur.”
Slide 8 - Tekstslide
Oefensituatie
Het oefenen van gedrag in een nagespeelde situatie, rollenspel in een beroepsopleiding of een therapiesessie. Bijvoorbeeld: Vader oefent met een andere vader, die de zoon naspeelt, om goed met elkaar en met de situatie om te leren gaan.
Slide 9 - Tekstslide
Metafoor
Een indirecte verwijzing naar de werkelijkheid. Bijvoorbeeld, vader staat symbool voor de overheid en maakt de regels, zoon staat symbool voor de burger die de regels moet volgen.
Slide 10 - Tekstslide
Je krijgt zo verschillende fragmenten te zien met verwijzingen naar de werkelijkheid. Bekijk goed welk fragment welke verwijzing gebruikt ( en waarom je dat denkt).
Slide 11 - Tekstslide
Verwijzen naar werkelijkheid
Nabootsing
Typering
Omkering
Oefensituatie
Metafoor
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Video
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
Materiële vormgevingsmiddelen
Slide 17 - Tekstslide
Wat waren de materiële vormgevingsmiddelen ook alweer?
Slide 18 - Open vraag
Muziek heeft binnen het theater 4 functies:
Contrast versterken
Om op te dansen
Om de sfeer te versterken
Om emoties te versterken
Slide 19 - Tekstslide
Je ziet zo verschillende fragmenten, waarbij gebruik wordt gemaakt van muziek. Beschrijf wat de functie van muziek is en waarom? Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden:
intensiteit
volume
tempo
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
00:00
Je ziet zo verschillende fragmenten, waarbij gebruik wordt gemaakt van muziek. Beschrijf wat de functie van muziek is en waarom? Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden: intensiteit volume tempo
Slide 22 - Open vraag
Beschrijf wat de functie van de muziek is en waarom? Gebruik (indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden: intensiteit, volume, tempo
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Video
00:00
Je ziet zo verschillende fragmenten, waarbij gebruik wordt gemaakt van muziek. Beschrijf wat de functie van muziek is en waarom? Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden: intensiteit volume tempo
Slide 25 - Open vraag
Beschrijf wat de functie van de muziek is en waarom? Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden:
intensiteit
volume
tempo
Slide 26 - Open vraag
Slide 27 - Video
00:00
Je ziet zo verschillende fragmenten, waarbij gebruik wordt gemaakt van muziek. Beschrijf wat de functie van muziek is en waarom? Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden: intensiteit volume tempo
Slide 28 - Open vraag
Beschrijf wat de functie van de muziek is en waarom? Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden:
intensiteit
volume
tempo
Slide 29 - Open vraag
Slide 30 - Video
00:00
Je ziet zo verschillende fragmenten, waarbij gebruik wordt gemaakt van muziek. Beschrijf wat de functie van muziek is en waarom? Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden: intensiteit volume tempo
Slide 31 - Open vraag
Beschrijf wat de functie van de muziek is en waarom? Gebruik ( indien passend) in je antwoord/argumentatie de woorden:
intensiteit
volume
tempo
Slide 32 - Open vraag
Leerdoelen
Je weet wat verwijzen naar de werkelijkheid betekent
Je herkent de (spel)werkelijkheid in een fragment
Je kunt 6 verschillende manieren van verwijzen naar de werkelijkheid noemen
Je kunt de functie van muziek binnen het theater beschrijven