H2 Sanitaire ruimtes schoonmaken herhalen

Hoofdstuk 2 schoonmaak 
herhaling 
extra oefenen 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
dienstverlening en zorgMBOStudiejaar 1,3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2 schoonmaak 
herhaling 
extra oefenen 

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 2 Sanitaire ruimtes schoonmaken
Dit hoofdstuk gaat over het schoonmaken van sanitaire ruimtes. Zoals badkamers, doucheruimtes en toiletten. Bijvoorbeeld in een zorgcentrum, verpleeghuis, woongroep of bij iemand die thuiszorg krijgt.  Aan het eind van dit hoofdstuk kun jij deze ruimtes veilig en hygiënisch schoonmaken en je leert hoe je kleine klusjes uitvoert.

Slide 2 - Tekstslide

Mensen vinden het meestal erg vervelend als ze een ongelukje hebben op de wc. Vooral als iemand anders hun urine, ontlasting of braaksel moet opruimen. Dat is heel privé. Ze schamen zich vaak. Stel ze gerust. Zeg bijvoorbeeld dat je dit wel vaker doet en dat het echt niet erg is.

O1

Slide 3 - Tekstslide

Hoe vaak een wc schoonmaken?
Een openbare wc, in de hal van een instelling bijvoorbeeld, wordt elke dag schoongemaakt. Soms ook wel 2x per dag. Als er heel veel mensen gebruikmaken van een wc, moet het zelfs vaker. Bijvoorbeeld bij een tankstation langs de snelweg. 

Een privé wc krijgt 1 of 2 keer per week een grote beurt en iedere dag een 'kleine' beurt. Dat wordt ook wel een regelmatige beurt genoemd. We hebben al geleerd hoe je de wc een grote beurt geeft. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat gebruik je allemaal om de wc te poetsen?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Video

Werkvolgorde bij kleine beurt van de wc
Je hebt nodig:
  • Rode schoonmaakdoekje
  • Huishoudhandschoenen
  • Emmertje water met scheutje allesreiniger
  • Wc- borstel + wc- reiniger

Volgorde:
1. Lichtknopje
2. Deurkruk
3. Kraantje/wasbak
4. Doorspoelknop schoonmaken, wc doorspoelen
5. Wc- deksel (boven en onderkant!)
6. Wc- bril (boven en onderkant!)
7. Wc- pot buitenkant + wc- pot binnenkant met borstel en wc- reiniger.                                                                                               O2 & O3
8. Vloer en muur rondom de wc- pot.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Douchecabine of douchehoek schoonmaken
In doucheruimtes en badkamers komt kalkaanslag op de muur. Kalkaanslag komt van water dat opdroogt. Kalk blijft dan achter. Dat maakt de muren dof, terwijl ze horen te glanzen. Er komt ook kalkaanslag op de kraan en de douchestang. Zeepresten en vuil spettert ook tegen de muur bij het douchen. 

Slide 9 - Tekstslide

Douchecabine of douchehoek schoonmaken
De muren zijn meestal betegeld. Douchecabines hebben ook glas. Dat is glad en goed schoon te maken. Tussen de tegels zitten voegen. De voegen zijn ruw. In de voegen blijven gemakkelijk vuilresten hangen. Voor de schoonmaak van de douchecabine heb je nodig:
- Emmer
-  Warm water
- Schuurspons
- Allesreiniger
- Ontkalker
- Dweil

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Schoonmaaktechniek en werkvolgorde
1. Spullen klaarleggen.
2. Leg de dweil op de grond vlak naast de douchecabine. 
3. Je begint met ontvetten. In een halve emmer schoon water doe je een beetje allesreiniger. Met je schuurspons ga je de wanden van beneden naar boven 'insoppen'. Dit doe je met ronddraaiende bewegingen. Je sopt ook de kraan, douche en douchestang in. Laat het sop 5 minuten intrekken. 

Let op! --> De regel 'van boven naar beneden' geldt hier niet! Want dan krijg je 'lekstrepen'. Werk dus van beneden naar boven.

Slide 12 - Tekstslide

Schoonmaaktechniek en werkvolgorde
4. Dan ga je nog een keer van beneden naar boven met de schuurspons. Je maakt weer ronddraaiende bewegingen. Je gaat extra stevig over de voegen heen. Met koud water uit de douche spoel je alles weer af.
5. Dan ga je ontkalken. Dat gaat bijna hetzelfde als bij 'ontvetten'. Je gebruikt ontkalker op je schuurspons. Je gaat weer rondjes draaiend van beneden naar boven. 5 minuten in laten trekken. 
6. Weer rondjes draaiend van beneden naar boven. Afspoelen met koud water.
7. Alles afdrogen met een schone droge doek. De dweil met wat allesreiniger kun je gebruiken om de grond schoon te maken.

Slide 13 - Tekstslide

Let op! 
Soms ligt er een anti- slipmatje in de douche. Dat moet ook schoon gemaakt worden. Dit wordt vaak vergeten. Je maakt beide kanten van het matje schoon met allesreiniger en water. Gebruik een spons/borstel. 

Zorg dat de stand van de mengkraan van de douche op 'handwarm'' staat als je de schone badkamer verlaat. Dan weet je zeker dat je client niet per ongeluk een koude douche krijgt na jouw vertrek. Of erger nog: zich verbrandt onder te heet water.

Je kunt natuurlijk altijd huishoudhandschoenen gebruiken bij schoonmaken!!!

O6

Slide 14 - Tekstslide

Natte vloeren
Een pas gedweilde vloer is nog een tijdje vochtig. En dus ook glad! Daarom moet je altijd je cliënt waarschuwen voor gladde vloeren. Dat is een superbelangrijke regel! Kijk ook of de waarschuwing ontvangen wordt. Wacht op een reactie van je cliënt voor je weggaat.




Beter te vaak en te goed waarschuwen, dan 1x te weinig. Vallen en uitglijden zijn de meest voorkomende ongelukken bij ouderen. 

O7

Slide 15 - Tekstslide

Kleine extra klussen
Water en elektriciteit gaan niet samen. Als elektriciteit met water in contact komt, ontstaat er kortsluiting. Daarom zijn er bijna nooit stopcontacten in een badkamer. Of ze zijn goed beschermd met een klepje. Damp is ook water. 

In badkamers zijn er speciale waterdichte bollen/lampen om de verlichting heen. Zo komt de elektriciteitsdraad niet in aanraking met water. 

Slide 16 - Tekstslide

Hoe verwissel je goed en veilig een badkamerlamp?
Eerst zet je een stevig en stabiel keukentrapje neer. Doe het lichtklopje op 'uit'. Klim zo hoog op het trapje, dat je tegen de zijkant van de lamp aankijkt. Ga niet precies eronder staan, boven je hoofd werken is zwaar. Draai voorzichtig met twee handen de bol uit de houder. Kom van de trap af en leg de lamp veilig neer. Klim weer op de trap en draai de lamp eruit. 

Kom naar beneden met de lamp. Leg hem apart, klim met de nieuwe lamp weer omhoog en draai de lamp erin. Ga dan weer naar beneden. Probeer beneden met het lichtknopje of de lamp het doet. Doe de lamp aan en weer uit. Klim met de bol naar boven en draai hem voorzichtig weer op de houder. Soms duurt het even voordat je de bol goed in de schroefdraad hebt. Een scheef gedraaide bol is niet waterdicht, en kan eruit vallen. Bijvoorbeeld als een deur hard dichtslaat.                                                                                                                                                                            O9

Slide 17 - Tekstslide

toets 
TOETS HOOFDSTUK 2
SCHOONMAAK

Slide 18 - Tekstslide

Tijd over ????
Wat wil je nog oefenen???

Slide 19 - Tekstslide