1BK - chapter 4 - lesson 1

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Chapter 4:

No place like home

Lesson 1

Doel van de les:

1. De leerling weet het verschil tussen persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden en is in staat deze in opdrachten toe te passen.
   
2. De leerling is in staat om de juiste woorden in zinnen en plaatjes te plakken.

Waar denk jij dat het
hoofdstuk over zal gaan?

Next?

Maak op de volgende pagina het schema af door de dik gedrukte woorden op de juiste plek neer te zetten. 

Good Luck!

Subject pronoun	possessive pronoun	object pronoun
I	___________	Me
You	___________	__________
He /She /it	His , ______, _______	Him, ______, I t
We	___________	Us
____________	Their	Them

They

My

Your

Our

its

her

You

Her

Could ____ pass me your notebook?

1. you
2. him
3. his
4. hers

______ would like to get your cake recipe for his wedding.

1. his
2. I
3. their
4. your

Here, look at my phone: _______ took a cute photo of my bunnies.

1. she
2. he
3. it
4. I

I am talking about that lady over there. _________ looks like Demi Lovato!

1. we
2. he
3. she
4. they

________ left their bank card at the chocolate shop.

1. they
2. them
3. us
4. him

Welke woorden zie jij in deze woordenslang?

Welke woorden zie jij in de woordenslang? Noteer de woorden op de volgende pagina.

Next?

Op de volgende pagina zie je een doorsnee van een huis staan. Zet de woorden op de juiste plek binnen het plaatje (op de nummers).

carpet

couch

table

upstairs

chair

stairs

window

wardrobe

mirror

downstairs

Homework:

Pak WB-B, op bladzijde 4 en 5. Maak hier opdracht 2 t/m 5. Dit kijk je de volgende keer samen na aan het begin van de les.

Als je eerder klaar bent zijn dit de opties: 

DuoLingo , Woordzoeker, Werkblad, boek lezen of Slim Stampen

Afsluiting:

• Wie van jullie kan vertellen wat het verschil is tussen persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden?
• Zijn er vandaag woorden gebruikt die nieuw voor je waren?
• Wat waren onderdelen die je nog wel wist?
• Wat vond je leuk aan de les van vandaag? (TOP)
• Wat zou je graag anders zien de volgende keer? (TIP)