naar WO2, de opkomst van fascisme en communisme

een trip door de moderne geschiedenis
mogelijk gemaakt door meneer krielaart
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

een trip door de moderne geschiedenis
mogelijk gemaakt door meneer krielaart

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke onderwerpen zullen komen?
- fascisme en communisme
- WO2
- de holocaust
- dekolonisatie
- de europese unie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoelen 
- aan het einde van de les kan je kenmerken van het fascisme en het communisme benoemen en herkennen.

- aan het einde van de les kan je uitleggen waarom deze ideologieën opkwamen na de eerste wereldoorlog

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

waar komen deze radicale ideeën vandaan? 
- de eerste wereldoorlog

- nationalisme

- economische crisis

- slechte levensomstandigheden



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

het effect van wo1

Slide 8 - Tekstslide

de eerste wereldoorlog is een massale gebeurtenis in de wereldgeschiedenis. het liet een hoop trauma achter bij de mensen die er in vochten en het zorgde ervoor dat veel landen blut werden.

landen kwamen hier vaak maar amper vanaf in de jaren twintig door veel geld van de VS te lenen.


veel landen ontstonden ook uit deze oorlogen en deze landen waren vaak uiterst nationalistisch waardoor ze veel met elkaar vochten.

doordat sommige landen niet alles kregen wat ze wouden of verloren wat ze hadden (zoals Duitsland, Italië en Rusland) voelden deze landen zich erg vernederd.

dankzij dit gevoel van vernedering werden deze landen makkelijker mee genomen door radicale ideeën zoals Italië met het fascisme en Rusland met het communisme.
europa voor wo1
europa na wo1

Slide 9 - Tekstslide

na wo1 zijn veel grote rijken uit elkaar gevallen en zijn er veel nieuwe landen ontstaan. deze landen zijn echter vaak niet zo groot als iederee
de grote depressie

Slide 10 - Tekstslide

de grote depressie startte in 1929, deze gebeurtenis begon misschien in Amerika maar verspreidde zich al snel over de hele wereld waardoor veel mensen hun baan kwijt raakten.

vooral mannen raken hun banen kwijt in de grote depressie (omdat vrouwen minder betaald werden) waardoor ze het gevoel kregen dat hun mannelijkheid beschadigd werd.
het effect
veel mensen werden wanhopig voor een oplossing en keken naar radicalen voor verandering.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

fascisme

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

fascisme in de 20ste eeuw
- Populair in de jaren ’20 en ’30 van de 20e eeuw

-word gezien in veel landen als een oplossing voor de 'crisis'

- Antwoord op slecht beleid van de democratische regeringen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fascisme
Kenmerken fascisme:
Extreem nationalistisch (ons volk is het beste)
- populistisch
- vóór het leger
- tegen democratie
- maar Eén leider
- Verheerlijking van geweld
- de staat beslist alles

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

belangrijke fascistische landen (1930)
- Italië
(Benito Mussolini)

- Duitsland
(Adolf Hitler)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

effecten van fascisme
Italië
- genocide in Libië, Eritrea en Somalië.
- gas aanvallen in Ethiopië en concentratie kampen.
- wraakacties, concentratiekampen en executies in Joegoslavië, Griekenland en Albanië.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

effecten van fascisme
Duitsland
- een industriële genocide tegen joden en oost Europeanen
(6 miljoen joden en op z'n  minste 10,6 miljoen sovjets, Polen en Serviërs stierven hieraan.)

- wraakacties en executies in west/oost europa en noord afrika.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

communisme

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

communisme in de 20ste eeuw
- komt vooral aan de macht in Rusland (maar is populair in veel Europese landen)

- komt aan de macht door slechte omstandigheden na WO1

- komt aan de macht via revoluties

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

communisme
- Geen kapitalisme
-  Antidemocratisch
- Planeconomie: overheid bepaalt de productie
- Klasseloos = iedereen is gelijk
- Eén leider
- populistisch

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

belangrijke communistische landen (1930)
- de sovjet unie
(Vladimir Lenin/Joseph Stalin)

- China (rebellen)
(Mao zedong)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

effecten van communisme
de sovjet unie
- de Holodomor verhongering
(5,7-8,7 miljoen man in de hele sovjet, 3.5-3.9 Miljoen in oekraïne)

- politieke zuiveringen (zo'n 1 miljoen doden)

- massamoorden in Polen


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht
maak zelfstandig een zin van minimaal 10 woorden die past bij het land wat jou is aangewezen in de jaren dertig (Duitsland, Italië of de sovjet unie).

Bijvoorbeeld:
"in ons grote rijk zullen wij alle minder ontwikkelde volken leren hoe zij net zo goed als ons kunnen zijn." (het Britse rijk)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

nabespreking

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoelen 
- aan het einde van de les kan je kenmerken van het fascisme en het communisme benoemen en herkennen.

- aan het einde van de les kan je uitleggen waarom deze ideologieën opkwamen na de eerste wereldoorlog

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het einde

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies