3.4 Water in rivieren en herhaling

3.4                   Water in rivieren
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3.4                   Water in rivieren

Slide 1 - Tekstslide

We krijgen water via...                        We verliezen water door...





1. de rivieren                                                           1. het water dat naar 
2. de neerslag                                                           zee stroomt
3. grondwater die vanuit de                              2. de verdamping
   buurlanden naar ons toe                                 3. door het gebruik
   stroomt 

Slide 2 - Tekstslide

Bovenloop -                  Middenloop                         Benedenloop
verwering / erosie     erosie/sedimentatie            sedimentatie

Slide 3 - Tekstslide

Twee soorten dijken
*winterdijk —> Hoog, zorgt dat de mensen veilig zijn
*zomerdijk —> ligt dichtbij de rivier, lager, zorgt ervoor dat in de zomer de landbouwgrond tussen de zomerdijk en de winterdijk niet overstroomt. Het gebied tussen de zomer- en de winterdijk *uiterwaarden

Slide 4 - Tekstslide

                                 Uiterwaarde 
       
Meestal wordt dit gebied als grasland gebruikt,
                        omdat     gewassen tijdens de overstromingen zouden beschadigen.

Slide 5 - Tekstslide

zomerbed en winterbed

Slide 6 - Tekstslide

Komgronden
Als de rivieren overstromen komt het water buiten de bedding. Hier kan klei sedimenteren. Deze gebieden zijn de komgronden.
Zand klinkt niet in en daarom zijn de oeverwallen hoger dan de komgronden.

Slide 7 - Tekstslide

Komgronden

Slide 8 - Tekstslide

Oeverwal 
(Bewoning)
Komgrond 
(Landbouw)

Slide 9 - Tekstslide

Oeverwallen en komgronden

Slide 10 - Tekstslide

Oeverwallen 
zijn verhogingen die langs de oever van een rivier liggen. Ze zijn door de rivier zelf gevormd door afzetting van zand.

Oeverwal is een soort natuurlijke dijk.
Komgronden
 Sommige delen van uiterwaarden liggen lager. Die lage delen vormen diepe kommen waarin  tijdens overstromingen klei is afgezet.   

Slide 11 - Tekstslide

Piekafvoer
Piekafvoer
Als het waterpeil in een korte periode sterk stijgt, spreek je van een piekafvoer.

Slide 12 - Tekstslide

Uiterwaardafgraving - meer ruimte voor de rivier

Slide 13 - Tekstslide

Wat is waar?
A
De zomerdijk is hoger dan de winterdijk
B
De winterdijk is hoger dan de zomerdijk
C
De rivier is hoger dan de uiterwaarden.
D
De uiterwaarden is hoger dan de winterdijk

Slide 14 - Quizvraag

Meander
Als we rivieren vrij laten stromen dan worden ze vaak erg bochtig, dit heet meanderen. Doordat er veel bochten in de rivier zitten stroomt het water langzamer. 

Slide 15 - Tekstslide

Door de rivieren rechter te maken, te kanaliseren, kan het water er sneller doorheen stromen. De boten kunnen sneller varen. Om een rivier te kanaliseren worden er kribben aangelegd,

Slide 16 - Tekstslide

Kribben
Om een rivier te kanaliseren worden er kribben aangelegd, dat zijn kleine stenen dammen die een rechte hoek vormen met de zomerdijk.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Winterdijk
Zomerdijk
Uiterwaard

Slide 19 - Sleepvraag

Kribben
Zomerdijk
Winterdijk
Uiterwaard

Slide 20 - Sleepvraag

Winterdijk
Winterdijk
Zomerdijk
Zomerdijk
Vaargeul
Zomerbed
Winterbed
Uiterwaard
Uiterwaard

Slide 21 - Sleepvraag

Debiet en regiem
Debiet: de hoeveelheid water 
                die een rivier afvoert
                 (in m3/sec)

Regiem: schommelingen in de 
                   waterafvoer

Slide 22 - Tekstslide

Bazel - Een stad aan de Rijn in Switzerland
Lobith is een Nederlandse plaats waar  de Rijn Nederland binnenstroomt.


Slide 23 - Tekstslide

Waarom is het debiet van de Rijn bij Bazel veel lager dan bij Lobith?

Slide 24 - Open vraag

Verval
De Rijn stroomt 175 km door Nederland en mondt uit in de Noordzee. 
Het hoogteverschil tussen Lobith en de zee is 14 m.

Dit heet het verval

Slide 25 - Tekstslide

Verhang
Als je 14 m het hoogteverschil deelt met het aantal km tot de zee = 175, dan krijg je het hoogteverschil per km.
Dit heet het verhang.

14m : 175 km = 
14m: 175 000m= 0,08m = 8cm

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Het hoogte verschil tussen twee punten van de rivier
Het hoogteverschil per kolometer
Het verval
Het verhang

Slide 28 - Sleepvraag

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Hoog verhang
Klein verhang

Slide 29 - Sleepvraag

Groot verhang
m.n. sedimentatie
m.n. erosie
klein verhang
Meanders
v-dal

Slide 30 - Sleepvraag

Hier is het verval het groots
Hier is het verval klein.
Hier is het verval het kleinst.

Slide 31 - Sleepvraag

Tekst
benedenloop
stuwdam
veel verhang
bovenloop
zandbanken
weining verhang

Slide 32 - Sleepvraag

Stuw
...is scheiding tussen twee wateren. Het is meestal een beweegbare klep in het water, waarachter het water blijft staan. De hoogte van het water regelen we door de klep hoger of lager te zetten. Zo blijft het water op het gewenste peil.

Slide 33 - Tekstslide

Sluis
Een sluis is ook een scheiding tussen 2 wateren, maar met deuren. 
 Sluizen reguleren het waterpeil zodat schepen kunnen passeren. 

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Link

Bevaarbaarheid van een rivier 
Stuwen
Kribben
Kanalisering
Helpt verhang te overbruggen
Voorkomt meanderen
Reguleert debiet
Verhoogt de stroomsnelheid
Helpt vaargeul op diepte houden

Slide 36 - Sleepvraag

Achter de oeverwallen liggen de komgronden.

Slide 37 - Tekstslide

Oeverval

 Alleen bij hoog water kunnen oeverwallen overstromen.

Slide 38 - Tekstslide

Komgronden

Slide 39 - Tekstslide

maak een tekening in je schrift

Slide 40 - Tekstslide

Waar zul je boerderijen vinden?
A
Uiterwaarden
B
Komgronden
C
Oeverwal
D
Boezem

Slide 41 - Quizvraag

Wat ligt hoger?
A
uiterwaarden
B
Winterdijk
C
Zomerdijk
D
kribben

Slide 42 - Quizvraag

Hoe noemen we de schommelingen in de waterafvoer van een rivier?
A
waterscheiding
B
debiet
C
regiem
D
verhang

Slide 43 - Quizvraag

De eenheid van verhang is:
A
kilometer
B
meter
C
meter per kilometer (m/km)
D
kilometer per meter (km/m)

Slide 44 - Quizvraag

De eenheid van verval is:
A
kilometer
B
meter
C
meter per kilometer (m/km)
D
kilometer per meter (km/m)

Slide 45 - Quizvraag

Het verhang van de Rijn in Nederland is
A
groot
B
gemiddeld
C
klein
D
blauw

Slide 46 - Quizvraag

Het deel net verder van de rivier af bestaat uit klei, dit zijn de ...
A
Komgronden
B
Zandruggen
C
Duinen
D
Oeverwallen

Slide 47 - Quizvraag

Het deel net naast de rivier bestaat uit zand, dit zijn de ...
A
Komgronden
B
Zandruggen
C
Duinen
D
Oeverwallen

Slide 48 - Quizvraag

Als de piekafvoer hoog is er kans op overstromingen.
A
goed
B
fout

Slide 49 - Quizvraag

Wat zie je op de foto?

A
Komgronden
B
Verhang
C
Zomerdijk
D
Debiet

Slide 50 - Quizvraag

Waar ligt Lobith?
A
Bij de uitmonding van de Rijn
B
Aan de Belgische grens
C
Aan de grens met Duitsland
D
In Duitsland

Slide 51 - Quizvraag

Waar ligt Lobith?
A
Bij de uitmonding van de Rijn
B
Aan de Belgische grens
C
Aan de grens met Duitsland
D
In Duitsland

Slide 52 - Quizvraag

Ruimte voor de rivier

1. dijkverlegging
2. uiterwaarde afgraven
3. zomerbed verdiepen
4. nevengeul graven
5. kribben verlagen
6. waterberging

Slide 53 - Tekstslide