In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Cursus 9
Polyfarmacie
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Waar denk je aan bij polyfarmacie?
Slide 3 - Woordweb
Wat wordt er onder polyfarmacie verstaan?
A
gebruik van 5 of meer geneesmiddelen
B
gebruik van 5 of meer geneesmiddelen, 75 jaar of ouder
C
gebruik van 5 of meer geneesmiddelen, 75 jaar of ouder, slechte nierfunctie
D
gebruik van 7 of meer geneesmiddelen, 75 jaar of ouder, slechte nierfunctie
Slide 4 - Quizvraag
Polyfarmacie...
Patiënten die 5 of meer geneesmiddelen chronisch gebruiken
Aandeel polyfarmacie neemt toe door vergrijzing
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Bij hoeveel procent van 75-plussers komt polyfarmacie voor?
A
12
B
34
C
51
D
64
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
"Tot 2015 nam het aandeel polyfarmaciepatiënten binnen het totaal aantal geneesmiddelgebruikers jaarlijks met bijna 5% toe, maar in de afgelopen 2 jaar bedroeg die stijging nog maar 2% per jaar."
Slide 11 - Tekstslide
Welke patiënten?
Meestal ouderen, vaak > 70 jaar
Patiënten met chronische aandoeningen (diabetes, COPD, hart- en vaatziekten)
Rokers, bovenmatig alcoholgebruik
Door vele medicijnen: baxtergebruikers
Slide 12 - Tekstslide
Oorzaken polyfarmacie
Slide 13 - Woordweb
Wat is de meest voorkomende oorzaak van polyfarmacie?
A
Veel verschillende behandelaars
B
Onvoldoende periodieke medicatie beoordeling
C
Meer chronische aandoeningen op hogere leeftijd
D
Gebruik van zelfzorgmedicatie
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Factoren die kunnen bijdragen aan polyfarmacie:
Slide 16 - Tekstslide
Welke problemen verwacht je bij polyfarmaciepatiënten?
Bijwerkingen van medicijnen behandelen met ander medicijn
Onnodig lange behandelingen
Verminderde therapietrouw
I.v.m. vele medicijnen niet nog een medicijn toevoegen, maar mogelijk wel nodig (bijv. bisfosfonaat bij langdurig gebruik prednisolon)
Slide 18 - Tekstslide
Welke negatieve gevolgen kunnen ontstaan omtrent Polyfarmacie? Meerdere antwoorden mogelijk
A
overbehandeling als de ingenomen medicatie niet meer nodig is
B
ongunstige wisselwerking tussen medicijnen
C
onderbehandeling als er juist wel medicatie nodig is maar niet word voorgeschreven
D
leiden tot meer medicatie gebruik door bijvoorbeeld bijwerkingen van een ander medicijn te bestrijden
Slide 19 - Quizvraag
Hoeveel procent is therapietrouw als een patiënt een geneesmiddel 3 keer per dag moet innemen?
A
55%
B
65%
C
75%
D
85%
Slide 20 - Quizvraag
De apotheek kan polyfarmaciepatiënten helpen met hun medicatiegebruik
Eens
Oneens
Slide 21 - Poll
Informatie
PMD (Periodieke medicatiebeoordeling)
Bij meerdere medicijnen neemt ook het risico op medicatiefouten toe en men wordt minder therapietrouw. Het is daarom belangrijk dat arts en apotheker samen met de cliënt regelmatig kritisch kijken naar het medicijngebruik van de cliënt.
Slide 22 - Tekstslide
Oplossingen voor problemen bij polyfarmaciepatiënten
Slide 23 - Woordweb
g
Medicatie-beoordeling
Slide 24 - Tekstslide
Welke medicatie wordt het meeste voorgeschreven bij patienten met polyfarmacie?
A
Betablokkers
B
Antitrombotica
C
Cholesterolverlagers
D
Maagzuurremmers
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Tekstslide
Richtlijnen.
Voor meer informatie kun je meerdere bronnen raadplegen, zie hieronder: