Let op: aantal opdrachten zijn geweigerd, omdat de teksten niet zelf geschreven zijn: GEEN hele zinnen op vertaalwebsites vertalen, doe je dat wel: onvoldoende. Schrijf zelf je tekst , want alleen dan kan je een goed cijfer halen (fouten van bijvoorbeeld naamvallen worden NIET fout gerekend).
Slide 6 - Tekstslide
Spiel: Übersetzungen der Wörter suchen.
Strijd tussen 4 groepjes in de klas.
De klas krijgt Duitse en Nederlandse kaartjes.
Je gaat het kaartje met de vertaling van jouw woord zo snel mogelijk zoeken.
Zodra je elkaar gevonden hebt, ga je vooraan bij het bord in een rij staan.
De groep die als eerste alle kaartjes correct vooraan in het lokaal legt, heeft gewonnen.
Groep 1: Koen, Tom, Nikki, Elize
Groep 2: Lucas, Luuk, Eline, Kimberly, Loïs
Groep 3: Zara, Shannen, Pim, Nathan
Groep 4: Rutger, Jayden, Merijn, Seth, Batin
Slide 7 - Tekstslide
Spiel: Übersetzungen der Wörter suchen.
Strijd tussen 4 groepjes in de klas.
De klas krijgt Duitse en Nederlandse kaartjes.
Je gaat het kaartje met de vertaling van jouw woord zo snel mogelijk zoeken.
Zodra je elkaar gevonden hebt, ga je vooraan bij het bord in een rij staan.
De groep die als eerste alle kaartjes correct vooraan in het lokaal legt, heeft gewonnen.
Groep 1:
Groep 2:
Groep 3:
Groep 4:
Slide 8 - Tekstslide
Aufgabe 21 machen
Selbstständig machen
6 Minuten
timer
6:00
Slide 9 - Tekstslide
Grammatik
Persoonlijk voornaamwoord
mannelijk (m)
vrouwelijk (v)
onzijdig (o)
meervoud (m)
hij
zij
het
zij
er
sie
es
sie
Slide 10 - Tekstslide
Grammatik
Bepaald lidwoord (der-Gruppe)
mannelijk (m)
vrouwelijk (v)
onzijdig (o)
meervoud (m)
der (Mann)
die (Frau)
das (Kind)
die (Leute)
Slide 11 - Tekstslide
Grammatik
Onbepaald lidwoord (ein-Gruppe)
mannelijk (m)
vrouwelijk (v)
onzijdig (o)
meervoud (m)
ein (Mann)
kein
eine (Frau)
keine
ein (Kind)
kein
keine (Leute)
Slide 12 - Tekstslide
Grammatik
Bezittelijk voornaamwoord (possessivpronomen)
mijn
mein(e)
jouw, je
dein(e)
zijn
sein(e)
haar
ihr(e)
ons, onze
unser(e)
jullie
euer/eure
hun
ihr(e)
uw
Ihr(e)
Slide 13 - Tekstslide
Die Hausaufgaben
Die Aufgaben 22 bis 28
Aufgabe 26: op een apart blaadje de zinnen opschrijven.