Poëziedossier - alle opdrachten op een rij

Poëziedossier
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Poëziedossier

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

POËZIEDOSSIER
In de lessen poëzie en gedichten heb je aan een aantal opdrachten gewerkt. Zet de opdrachten in een Word-bestand. Sla het bestand op met de naam:
poëziedossier
Zorg voor een passende voorkant met je naam en klas, een goede inhoudsopgave en lever je het poëziedossier in bij de docent.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT 1
In gedichten gebruikt de dichter op een
bijzondere manier de taal.

Ga naar http://www.poezie-leestafel.info
Zoek vijf zinnen op die jij mooi of bijzonder vindt en die jou aanspreken. Kopieer en plak deze woorden en zinnen, zet er de titel van het gedicht en de dichter bij.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT 2
Kijk op https://www.plint.nl/

Kies de poster met het mooiste gedicht en kopieer dit gedicht in het poëziedossier. Leg uit waarom je dit gedicht het mooiste vindt.

Kijk ook naar de tekeningen bij alle plintposters.  

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT 3
Op de volgende slides zie je een aantal gedichten.
Lees de gedichten en kies het gedicht uit dat jou het meest aanspreekt. Zet dit gedicht in je poëziedossier.

Bij dat gedicht geef je je mening met één of twee beoordelingswoorden en je legt uit waarom je dat vindt (argumenten).Gebruik in je uitleg iets concreets uit het gedicht (een zin, een paar woorden)!

Slide 5 - Tekstslide

Iets concreets uit het gedicht:
gebruik iets wat letterlijk in het gedicht staat.
Schrijf een elfje. 
Zet je naam eronder.

Sla het document op in Word. Zet dit gedicht in je poëziedossier.
OPDRACHT 4

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees de vijf limericks met een maatje. Lees de limericks aan elkaar voor. Beantwoord de volgende vragen:
1. Herken je de kenmerken in elk gedichtje? 
2. Kies een limerick uit en laat met voorbeelden zien welke kenmerken je kunt vinden.
3. Welke limerick vind je het leukst? Leg in minimaal 15 woorden uit waarom?



OPDRACHT 5
Zet deze opdracht in
je poëziedossier.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je gaat nu zelf een limerick schrijven. Om het iets makkelijker te maken, mag je de eerste regel ook laten eindigen op een land.
Ook kun je zelf een plaatsnaam verzinnen.
De volgende stappen kunnen je misschien helpen:
1. Bedenk iets grappigs voor in je limerick
2. Probeer al wat rijmwoorden te verzinnen
3. Verzin een plaatsnaam erbij
4. Rond de limerick af.
5. Lukt het niet, vraag je buurman/buurvrouw om hulp.
6. Zit je echt vast, verzin dan een ander onderwerp.


OPDRACHT 6
Zet deze opdracht in
je poëziedossier.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf je eigen Pantoum.

Gebruik hiervoor het schema dat je van de docent krijgt.

Werk het gedicht daarna uit in Word en sla het op in je poëziedossier. 


OPDRACHT 7

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek het gedicht Schimmenspel van Linda Vogelesang op en kopieer het
in het poëziedossier. 

Markeer in het gedicht de alliteratie
met een kleur.
Markeer in het gedicht assonantie
met een andere kleur.





OPDRACHT 8

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting - gedicht en beeld
Je hebt in de vorige lessen in totaal drie gedichten geschreven:
- een elfje
- een limerick
- een pantoum

Kies uit één van deze gedichten
het gedicht dat jij het mooiste vindt.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 9
- Typ het gedicht dat je gekozen hebt over
in een nieuw Word-document. 
- Kies een lettertype en lettergrootte dat past bij jouw gedicht.
- Illustreer het gedicht.
- Print het gedicht uit op A4-formaat.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 9
Je gaat nu de achtergrond van je gedicht volledig vullen met tekeningen en afbeeldingen. 
De tekeningen passen bij je gedicht: op de tekening is te zien welk gevoel je met je gedicht oproept en welk beeld jij bij dit gedicht hebt. Er mag geen wit meer van je papier zichtbaar zijn.
Wees creatief. Gebruik stiften, kleurpotloden, krijt, waterverf en plaatjes, enz.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 9
Maak een foto van je creatie en voeg deze toe aan je poëziedossier.

Lever de creatie bij je docent Nederlands in.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poëziedossier

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies