Maandag 17 januari

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 
  • Maak je mobiel alvast klaar om in te leveren 

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 
  • Maak je mobiel alvast klaar om in te leveren 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

1e lesuur:
8.45 - 9.30 
Gym

Slide 6 - Tekstslide

2e lesuur:
9.30 - 10.15
Wiskunde

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 12 - Tekstslide

3e en 4e lesuur:
10.30 - 12.00
Koken

Slide 13 - Tekstslide

5e lesuur:
12.30 - 13.15
Geschiedenis

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 15 - Tekstslide

6e lesuur:
13.15 - 14.00
Burgerschap

Slide 16 - Tekstslide

Lesdoel
In deze les leer je:
  • wat er in een arbeidsovereenkomst staat;
  • welke regels er gelden voor ontslag;
  • wat het verschil is tussen nettoloon en brutoloon.

Slide 17 - Tekstslide

De arbeidsovereenkomst
Je hebt gesolliciteerd en bent aangenomen voor een baan. Nu is het zaak om afspraken te maken met jouw werkgever over bijvoorbeeld loon en reiskostenvergoeding. Deze afspraken noem je arbeidsvoorwaarden en worden vastgeleg in een arbeidsovereenkomst

Een arbeidsovereenkomst wordt ook wel een contract genoemd. 

Bepaalde tijd of onbepaalde tijd.
Werk je voor een vooraf afgesproken periode, dan is er sprake van een contract voor bepaalde tijd. Heb je een vast contract en is er geen einddatum, dan spreek je van een contract voor onbepaalde tijd

Slide 18 - Tekstslide

Wat staat er meestal niet in een arbeidsovereenkomst?
A
werktijden
B
salaris
C
werkmaaltijden
D
reiskostenvergoeding

Slide 19 - Quizvraag

Ontslag
Zomaar iemand ontslaan is niet toegestaan. Er namelijk sprake van een contract. Dit betekent dat de werkgever een goede reden moet hebben om iemand te ontslaan. Denk bijvoorbeeld aan stelen op het werk of vaak te laat komen. 

Slide 20 - Tekstslide

Kun jij naast stelen of vaak te laat komen nog een reden bedenken om iemand te ontslaan?

Slide 21 - Open vraag

Bruto of netto loon?
Met jouw werkgever spreek je een brutoloon af. Voor je dit loon, of salaris, op je rekening krijgtt moeten er nog premies en belastingen worden betaald. Het bedrag dat je op je rekening krijgt gestort noem je het nettoloon

 
Wat er van jouw brutoloon wodt ingehouden kun je zien op jouw loonstrook.

Slide 22 - Tekstslide

Welk bedrag is hoger?
A
Brutoloon
B
Nettoloon

Slide 23 - Quizvraag

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 24 - Tekstslide

14.00 - 14.30
SoVa/Burgerschap/LOB/Ontspanning

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 28 - Tekstslide