Les 2 - H5.1BC Decimale getallen

Leerdoelen voor deze les
  • Je kunt de komma verschuiven als ik vermenigvuldig of deel door 10 (of 100, 1000, 10.000, etc). . 
  • Je kunt een getal afronden via de afrondregels.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen voor deze les
  • Je kunt de komma verschuiven als ik vermenigvuldig of deel door 10 (of 100, 1000, 10.000, etc). . 
  • Je kunt een getal afronden via de afrondregels.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Komma verschuiven

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Komma verschuiven

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Komma verschuiven

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Komma verschuiven

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Komma verschuiven

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Komma verschuiven

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Komma verschuiven

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Komma verschuiven

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken (komma verschuiven):
5,21 x 100
A
521
B
52100
C
0,00512
D
500,21

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken (komma verschuiven)
5,21 : 10
A
52,1
B
0,0521
C
0,521
D
521

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken (komma verschuiven)
5,21 : 100
A
52,1
B
0,0521
C
0,521
D
521

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

9600 : 1000 =

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Regels afronden
Als je afrondt op twee decimalen, dan kijk je naar het derde decimaal.
Bij het afronden op drie decimalen, kijk je naar het vierde decimaal.
Je kijkt altijd naar het eerstvolgende decimaal.

Dan geldt:
0 t/m 4: rond af naar beneden (het cijfer waarop je afrondt verandert niet).
5 t/m 9: rond af naar boven (je verhoogt het cijfer waarop je afrondt met 1).


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus:
Het weglaten van een aantal decimalen noem je 

Afronden
0 1 2 3 of 4
Staat er op de plek van het vraagteken een 
0 1 2 3 of 4 dan wordt het 587,25
Onderstaand getal gaan we afronden op 2 decimalen

587,25?37
5 6 7 8 of 9
Staat er op de plek van het vraagteken een 5 6 7 8 of 9 dan wordt het
587,26

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rond af op 3 decimalen:

9,29432

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

9,294 32 = 9,294
Rond af op 3 decimalen:

9,29432

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rond af op 2 decimalen:

12,5498

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

12,54 98 = 12,55
Rond af op 2 decimalen:
12,5498

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op!
Je kijkt alleen naar het eerstvolgende decimaal. De decimalen die daarachter staan, zijn niet van belang.

Dus 1,49 afronden op een
heel getal wordt 1.

Slide 20 - Tekstslide

Het is dus niet goed om eerst 1,49 af te ronden naar 1,5 en vervolgens naar 2.
Rond af op 1 decimaal:

164,0487

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond af op een heel getal:

89,823

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

164,0 487 = 164,0
Rond af op 1 decimaal:
164,0487

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

89, 823 = 90
Rond af op een heel getal:
89,823

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rond af op honderdtallen:
345

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

345 = 300


Rond af op honderdtallen:
345

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rond af op duizendtallen:
11400

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

11400 = 11000


Rond af op duizendtallen:
11400

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rond af op duizendtallen:
19500

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

19500 = 20000

Rond af op duizendtallen:
19500

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les rekenmachine nodig

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies