Duits

• Duits
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Wat weten jullie al van de Duitse taal?

Wie heisst du?

Wo wohnst du?

Wie geht es?

Guten Abend!

Guten Tag!

Hoe heet je?

Waar woon je?

Hoe gaat het?

Goedenavond!

Goedemiddag!

Wie alt bist du?

Wie ist deine Adresse?

Auf Wiedersehen!

Vielen Dank!

Wie ist deine Telefonnummer?

Wat is jouw adres?

Bedankt!

Hoe oud ben je?

Wat is jouw adres?

Wat is jouw telefoonnummer?

Wat is de Duitse vlag?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat is geen Duits merk?

1. 
2. 
3. 
4. 

,want'
betekent in het Duits:

1. denn
2. aber
3. und
4. wenn

Wat is onvoldoende in het Duits?

1. unfoldunde
2. scheitern
3. schlecht
4. niedrig

Der Elefant ist....?

1. grijs
2. greis
3. grau
4. grouw

Wat is wie in het Duits?

1. wo
2. wer
3. wie
4. was

Wat is geen Duits automerk?

1. BMW
2. Mercedes
3. Opel
4. Saab

Wat is NIET typisch Duits?

1. poffertjes
2. bier
3. braadworst
4. Bretzel

Duiters betalen ook sinds 2002 met euros. Wat was daarvoor de munteerheid in Duitsland?

1. Das Deutsche Pfund
2. Die Deutsche Krone
3. Die Deutsche Mark
4. Der Deutsche Franken

Wat is een Duitse uitvinding?

1. aspirine
2. postzegel
3. batterij
4. balpen

Hoe noem je de basisschool in het Duits?

1. Hauptschule
2. Grundschule
3. Kindergarten
4. KITA

Wat is een Duitse uitvinding?

1. tandpasta
2. onderzeeboot
3. flitspaal
4. bluetooth

Wat is geen Duitse stad?

1. Stuttgart
2. Wenen
3. Aachen
4. Hamburg