1. Gletsjers zijn dikke pakketten ijs en sneeuw die in de zomer niet wegsmelten
2. Doordat er elk jaar nieuwe sneeuw op valt wordt het ijs steeds meer op elkaar gedrukt
3. Door het gewicht van al dat ijs glijdt een gletsjer langzaam naar beneden.
4. Hierbij schuurt de gletsjer over de ondergrond en de zijkanten
5. Zo ontstaat een gletsjerdal, ook wel een U-dal genoemd