burgerschap quiz

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welke drie machten kennen wij in onze democratische rechtsstaat?
A
Landmacht, luchtmacht en politiemacht
B
Uitvoerende macht, wetgevende macht en rechterlijke macht
C
Uitvoerende macht, controlerende macht en instemmende macht

Slide 2 - Quizvraag

Tot welke macht behoort de Tweede Kamer?
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechtsprekende macht
D
Democratische macht

Slide 3 - Quizvraag

Bij hoeveel personen ligt de macht meestal in een dictatuur?
A
Bij 1 persoon of een kleine groep mensen
B
Bij alle mannen
C
Bij iedereen
D
Bij de Minister president

Slide 4 - Quizvraag

Wie beslist of iemand schuldig is aan het plegen van een strafbaar feit?
A
Rechter
B
Tweede Kamer
C
Regering
D
Politie

Slide 5 - Quizvraag

Welke groep mensen moet zowel wetten ontwerpen als uitvoeren?
A
Rechters
B
Ministers
C
Kamerleden
D
Burgers

Slide 6 - Quizvraag

Wat is GEEN kenmerk van een democratie?
A
Demonstreren
B
Stemmen
C
De macht is gescheiden.
D
Wanneer je niet kan werken krijg je een uitkering.

Slide 7 - Quizvraag

Tot welke macht behoren politieagenten?
A
Wetgevende macht
B
Rechtsprekende macht
C
Uitvoerende macht
D
Democratische macht

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een Grondwet?
A
Een wet waarin staat op grond waarvan een rechter iemand kan veroordelen
B
Een wet waar de grondrechten van de Nederlanders in staan
C
Een wet waarin staat hoe de overheid met de grond moet omgaan

Slide 9 - Quizvraag

Welk van deze landen is geen democratie en waarom?
A
Noord-korea; er is censuur
B
Rusland; ze hebben er vrijheid van meningsuiting
C
Noord-Korea; er zijn geheime en vrije verkiezingen
D
Nederland; je mag er niet demonstreren

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel zetels heb je nodig om de meerderheid te krijgen in de tweede kamer.
A
75 +
B
50 +

Slide 11 - Quizvraag

Welke politieke partij heeft op dit moment de meeste zetels?
A
VVD
B
GROENLINKS/PVDA
C
CDA
D
PVV

Slide 12 - Quizvraag

wat is een taak van de 2e kamer?
A
totstandkoming van wetten
B
controleert de regering

Slide 13 - Quizvraag

wat is een taak van de eerste kamer?
A
controleert de tweede kamer
B
controleert de regering

Slide 14 - Quizvraag

wat is een taak van een wethouder?
A
kijkt of iedereen zich aan de wet houd.
B
brengt koffie voor de burgermeester
C
ondersteund de burgermeester
D
komt op voor zijn taak in zijn taakgebied

Slide 15 - Quizvraag

mag iedereen in Nederland zich verkiesbaar stellen als hij/zij 18 is geweest?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

in een democratie mag je zeggen wat je wilt?
A
Niet waar
B
Wel waar

Slide 17 - Quizvraag

in een democratie is er 1 persoon de baas?
A
Niet waar
B
Wel waar

Slide 18 - Quizvraag

wat doet een officier van justitie?
A
controleert de rechter
B
staat naast de verdachte
C
komt op voor het slachtoffer
D
komt pas kijken bij een rechtszaak als deze vast loopt.

Slide 19 - Quizvraag

wie heeft het laatste woord tijdens een rechtszaak
A
Advocaat
B
Dader
C
Slachtoffer
D
Rechter

Slide 20 - Quizvraag

wat is de taak van de advocaat
A
probeert zo lang mogelijke straf te krijgen voor de dader
B
vraagt alleen maar geld
C
komt op voor de dader
D
komt op voor het slachtoffer

Slide 21 - Quizvraag

Heeft de dader het recht om niks te zeggen
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

hoe heet dit recht?
A
recht van spreken
B
aanrecht
C
zwijgrecht
D
rechtszitting

Slide 23 - Quizvraag

mag je in Nederland 5 keer in hoger beroep gaan als je niet eens bent met de uitspraak
A
Ja zo vaak je wilt
B
nee uiterst 2 keer

Slide 24 - Quizvraag

Is een standpunt een mening?
A
nee
B
ja

Slide 25 - Quizvraag

moet iedereen staan als de rechter binnen komt?
A
nee
B
ja

Slide 26 - Quizvraag