1K, U5L4b+ U5L5

What are we going to do today? 
  • Previous lesson   
  • Homeworkcheck (there was no homework)
  • Goals of today
  • Words and expressions
  • Grammar
  • Homework 
  • Evaluation  

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

What are we going to do today? 
  • Previous lesson   
  • Homeworkcheck (there was no homework)
  • Goals of today
  • Words and expressions
  • Grammar
  • Homework 
  • Evaluation  

Slide 1 - Tekstslide

We had a test during the previous lesson.

Slide 2 - Tekstslide

Homework check
There was no homework, we took a test. 


Slide 3 - Tekstslide

Goals of today
Grammar
Ik weet het verschil tussen de present simple en de present continuous en kan dit toepassen in een zin. 
Ik weet wanneer ik de toekomstige tijdsvorm 'will' en 'shall' moet gebruiken en kan dit toepassen.

Words
- Human body


Slide 4 - Tekstslide


Present Simple vs Continuous

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen:
I am working at the moment.
I work every Monday.

Slide 6 - Open vraag

Verschil?
I am working at the moment.
Ik ben aan het werk op dit moment.
(= nu bezig)

I work every Monday.
Ik werk elke maandag.
(= gewoonte, niet nu aan de gang)

Slide 7 - Tekstslide

Difference?                                                                                      
Continuous (to be + ww-ing)
I am working
You are working
He is working
She  is working        
It  is working

You are working
They are working
We are working

Om te vertellen over dingen die NU bezig zijn of om irritatie uit te drukken

I am working on my homework at the moment.
Look, he is running really fast!
My brother is always teasing me!
Zo "SIMPLE" mogelijk!
I work
You work
He works
She works        SHIT + S!!
It works

You work
They work
We work

Om te vertellen over feiten, gewoontes en regelmatige gebeurtenissen.

I work at the supermarket every weekend
I brush my teeth twice a day.
Water boils at 100 degrees
Present Simple                          Present Continuous

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Let op! Er komen een aantal vragen aan. 

Kies tussen present simple of present continuous. 

Slide 10 - Tekstslide

1. Listen, Kathy (to sing).
A
sing
B
sings
C
singes
D
is singing

Slide 11 - Quizvraag

2. We (to go) to the Efteling every Sunday.
A
go
B
gos
C
goes
D
are going

Slide 12 - Quizvraag

3. She always (to cry) when she sees something sad.
A
cry
B
crys
C
cries
D
is crying

Slide 13 - Quizvraag

4. The boys (to do) their homework at the moment.
A
do
B
dos
C
does
D
are doing

Slide 14 - Quizvraag

5. Your mother (to smell) of elderberries.
A
smell
B
smells
C
is smelling

Slide 15 - Quizvraag

6. We (to wait) for the bus now.
A
waiting
B
wait
C
waits
D
are waiting

Slide 16 - Quizvraag

7. She always (to catch) bugs on her way home.
A
is catching
B
catching
C
catches
D
catchs

Slide 17 - Quizvraag

Difference?                                                                                      
Continuous (to be + ww-ing)
I am working
You are working
He is working
She  is working        
It  is working

You are working
They are working
We are working

Om te vertellen over dingen die NU bezig zijn of om irritatie uit te drukken

I am working on my homework at the moment.
Look, he is running really fast!
My brother is always teasing me!
Zo "SIMPLE" mogelijk!
I work
You work
He works
She works        SHIT + S!!
It works

You work
They work
We work

Om te vertellen over feiten, gewoontes en regelmatige gebeurtenissen.

I work at the supermarket every weekend
I brush my teeth twice a day.
Water boils at 100 degrees
Present Simple                          Present Continuous

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Homework
You will have to do the next exercises of 5.4 and 5.5; 

5.4: exercise 6, 7, 8, 9, 10
5.5: exercise 1 till 9

Finished? You have a test next week! Study..!


Slide 21 - Tekstslide

Evaluation
Grammar
Ik weet het verschil tussen de present simple en de present continuous en kan dit toepassen in een zin.
Ik weet wanneer ik de toekomstige tijdsvorm 'will' en 'shall' moet gebruiken en kan dit toepassen.

Words
- Human body



Slide 22 - Tekstslide