4. El complemento directo

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

¿Preguntas?

Voorstellen in het Spaans

Schriftelijke overhoring 

• Je maakt het SO met pen. 
• Er ligt alleen een pen op je tafel. 
• Schrijf eerst je naam en achternaam op. 
• Zet 'm op jullie kunnen het! 

Klaar? 

Controleer of je alle vragen en je naam hebt ingevuld. 

Je mag nu werken aan een ander vak. 

(niet op je iPad)

Hoy en la clase de español

• La evaluación
• El complemento directo
• La fruta 
• Vamos a escuchar
• Vocabulario en el restaurante

Voorstellen in het Spaans

Nieuw leerdoel:

Ik kan het lijdend voorwerp 

als persoonlijk voornaamwoord gebruiken.

El complemento directo

Het lijdend voorwerp

las respuestas

1. las - las (verwijst naar patatas, vrouwelijk meervoud)

2. la (verwijst naar tarta, vrouwelijk enkelvoud)

3. los (verwijst naar huevos, mannelijk meervoud)

4. lo (verwijst naar té, mannelijk enkelvoud)

Las respuestas

A.

1. - d

2. – h

3. – a

4. – g

5. – f

6. – e

7. – c

8. – b

B.

1. ¿Tiene queso manchego?

2. ¿Cuánto quieres?

3. Deme medio kilo, por favor.

4. ¿Eso es todo?

6. ¿Cuánto cuestan los tomates?

6. €1,50 por kilo 

 7. ¿Cuánto es?

2.1 Schrijf op welke gerechten besteld worden.

Noteer de antwoorden in je schrift.

Las respuestas

Let op de ober begint met vertellen wat je kan bestellen.

Mevrouw bestelt: una sopa de tomate, pollo al ajillo

Meneer bestelt: ensalada mixta, merluza a la romana

Botella de vino tinto, agua mineral con gas

Nieuw leerdoel:

Ik ken de namen van veel voorkomende gerechten op de Spaanse menukaart. 

Vul woordenlijst 2.1 in

Gebruik de menukaart om de woordjes in te vullen.

Vocabulario 2.1

Vocabulario 2.1

Página ochenta y cinco en el libro del alumno

Los deberes

Maak de LessonUp les: "HUISWERK 12/10".

miércoles , doce de octubre, tercera hora