Les 10: 4.4. Kunst en cultuur

De Oude Grieken

4. De kunst & sport van de Oude Grieken
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De Oude Grieken

4. De kunst & sport van de Oude Grieken

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Lezen 4.4.1
- Uitleg 
- Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide



Hoort dit bij de oude Grieken?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Het Oude Griekenland bestond uit
A
Meer dan 50 zelfstandige gemeenschappen
B
Meer dan 100 zelfstandige gemeenschappen
C
Meer dan 150 zelfstandige gemeenschappen
D
Meer dan 200 zelfstandige gemeenschappen

Slide 4 - Quizvraag


Hoe heette de oppergod van de oude Grieken?
A
Apollo
B
Poseidon
C
Zeus
D
Athena

Slide 5 - Quizvraag

De oude Grieken zijn de bedenkers van de Democratie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Wie mochten er stemmen bij de oude Grieken?
A
Iedereen
B
Alle mannen en vrouwen
C
Iedereen die in de stadstaat geboren was
D
Alle vrije mannen die in de stadstaat waren geboren.

Slide 7 - Quizvraag

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen welke vormen van kunst & sport de Oude Grieken kenden

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Controle vragen
1. Ik kan bewijzen waarom de Griekse cultuur juist in Athene opbloeide
2. Ik kan verschillende Griekse kunstuitingen noemen en met voorbeelden beschrijven
3. Ik kan de Griekse Olympische Spelen vergelijken met onze hedendaagse Olympische Spelen

Slide 11 - Tekstslide

Griekse cultuur
  • Cultuur: alles wat er door een samenleving wordt gemaakt en bedacht.

  • Gebouwen, beelden, schilderijen, toneelstukken, mythen en wetenschap horen bij de Griekse cultuur.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

De Griekse cultuur
- Verschillende stadstaten - veel verschillen
- Ook overeenkomsten: taal, goden, bouwstijl van tempels
- Deze overeenkomsten: de Griekse cultuur

- Vanaf 500 v.Chr. - bloeiperiode met culturele ontwikkeling in Athene
- Waarom Athene? Rijk, trok diverse mensen aan, goede scholen (voor jongens!), les in taal en cultuur
- De basis voor de Griekse cultuur

Slide 16 - Tekstslide

Verspreiding Griekse cultuur
Kolonistatie
Veroveringen Alexander de Grote (Hellenisme)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

De Griekse cultuur
 Deze cultuur verspreidde zich:
        vestigen in kolonies 
 
Griekse leider 
Alexander de Grote
 Griekse koning 

zorgde voor veel verspreiding van de Griekse cultuur 

Slide 19 - Tekstslide

Klassieke cultuur
  • Klassieke cultuur = Griekse + Romeinse cultuur 

  • Alexander de Grote heeft de Griekse cultuur verspreid. 

Slide 20 - Tekstslide

De Griekse cultuur
Romeinen onder de indruk van de grootsheid van de Grieken
            
Bootsten de Griekse  cultuur na - veel overeenkomsten.

Romeinse + Griekse cultuur samen = de klassieke cultuur

Athene - oorsprong klassieke cultuur

Slide 21 - Tekstslide

Lezen
4.4.2

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide


Beeldhouwkunst


  • Levensecht
  • Details
  • Dynamisch
  • Naakt
  • Ideaalbeeld van de mens: perfect en in balans

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

De bewondering voor de Griekse (en later ook de Romeinse) kunst is altijd blijven bestaan en ging soms erg ver. De gevel van het Paleis op de Dam in Amsterdam is bijna een kopie van het Parthenon in Athene.

Slide 27 - Tekstslide

Griekse bouwkunst

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide


Theater


  • Gespeeld in een halfrond theater
  • Alle rollen gespeeld door mannen
  • Gebruik van maskers voor gezichtsuitdrukkingen
  • Twee soorten toneelspelen: komedie en tragedie

Slide 33 - Tekstslide

Komedie
  • Grieks: komoidia

  • Blijspel

  • Loopt goed af

Slide 34 - Tekstslide

Tragedie
  • Grieks: tragōidia ('bokkenzang')

  • Treurspel

  • Loopt slecht af


Slide 35 - Tekstslide


Amfora


  • Griekse vazen
  • Vaak met afbeeldingen uit de Griekse mythologie 

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

gymnasium: sportschool

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Sporten voor Zeus
De Olympische Spelen worden gehouden voor Zeus
Zeus is de oppergod, de baas van alle goden. 
Ze zijn een cadeau voor hem.
Daarom zijn ze zo belangrijk voor de Grieken.
De wedstrijden worden rond de tempel van Zeus gehouden. 

Slide 40 - Tekstslide



timer
0:30
Bekijk 30 seconden erg goed naar het plaatje. Je krijgt er zo een vraag over:

Slide 41 - Tekstslide

Welke sporten zag je op het plaatje

Slide 42 - Tekstslide

Antwoord:

1. Hardlopen

2. Speerwerpen

3. Discuswerpen

4. Worstelen

5. Boksen 

6. Ver springen

Slide 43 - Tekstslide

Olympische Spelen
vanaf 776 v. Chr.
één keer in de 4 jaar, duurde 5 dagen
ter ere van Zeus
Sporters uit de hele Griekse wereld
 
Tijdens spelen wapenstilstand tussen de stadstaten
393 n. Chr. Einde OS

Slide 44 - Tekstslide

Wie mochten meedoen aan de OS?
Vrouwen? Nee, zij bleven thuis

Niet-Grieken (=barbaren)? Nee, je moest Grieks spreken

Slaven? Nee, slaven hadden geen rechten

Vrije Grieken ? Ja, alleen mannen dus....

Slide 45 - Tekstslide

Aan de slag
4.4: Opdracht 1  t/m 9

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Video

Controle vragen
1. Ik kan bewijzen waarom de Griekse cultuur juist in Athene opbloeide
2. Ik kan verschillende Griekse kunstuitingen noemen en met voorbeelden beschrijven
3. Ik kan de Griekse Olympische Spelen vergelijken met onze hedendaagse Olympische Spelen

Slide 48 - Tekstslide

Aantekening
Daarna opdrachten maken uit 4.4

lz en mk par 4.4

Slide 49 - Tekstslide

Klassieke cultuur
  • Klassieke cultuur = Griekse + Romeinse cultuur 

  • Alexander de Grote heeft de Griekse cultuur verspreid. 

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide

Werktijd
Nu
Zorg dat 4.2 t/m 4.4 af is + ingeleverd.

Maak de test jezelf.

Samenvatting maken /leren.

Hoe?
  • Alleen
  • Muziek in mag
  • Vraag? Steek je vinger op!

Slide 53 - Tekstslide