Herhaling unité 3: grammaire 2 (de ontkenning) - g.plus

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

la tâche de début
Overleg in tweetallen.
Traduisez: Vertaal (F-N)

  • Tu n'es pas français.
  • Vous n'êtes pas au cinéma.
  • Elle ne regarde pas un film.

Tip: Kijk op blz 90 in je boek
timer
1:30

Slide 2 - Tekstslide

Aujourd'hui

Programme:
  • La tâche de début 
  • (Herhaling) Grammaire 2: de ontkenning 
  • Au travail - grammaire extra
  • Klassikaal nakijken
  • Vocabulaire leren 

Slide 3 - Tekstslide

Prenez votre chromebook
Log in sur lessonup avec votre propre nom.

Slide 4 - Tekstslide

De ontkenning
De regel is altijd de volgende:
 

Je zet 'ne' of n' altijd voor de persoonsvorm,
'pas' zet je er altijd achter!


Exemple:
Je ne suis pas français             Ik ben niet Frans.
Nous n´avons pas faim           wij hebben geen honger

Slide 5 - Tekstslide

Maak ontkennend.
Nous sommes gentils.
A
Nous ne sommes pas gentils.
B
Nous sommes gentils ne pas.
C
Nous sommes ne pas gentils
D
Nous ne pas sommes gentils

Slide 6 - Quizvraag


Maak ontkennend:
Elle travaille à l'hôpital
A
Elle ne travaille pas à l'hôpital
B
Elle travaille à l'hôpital ne pas
C
Elle ne pas travaille à l'hôpital
D
Elle travaille pas à l'hôpital

Slide 7 - Quizvraag


Maak ontkennend:
J'habite à Amsterdam.
A
ne J'habite pas à Amsterdam.
B
J' n' habite pas à Amsterdam.
C
J'habite pas à Amsterdam.
D
Je n'habite pas à Amsterdam.

Slide 8 - Quizvraag

Maak ontkennend met ne.... pas :
 Vous parlez français.  
ne
pas
Vous
français
parlez

Slide 9 - Sleepvraag

De ontkenning
  • De ontkenning van c'est is ce n'est pas
  • C´est = het is/dat is
Exemple:
Ce n´est pas bon                             Dat is niet lekker
Ce n'est pas possible                      Het is niet mogelijk

Slide 10 - Tekstslide

maak ontkennend:
C'est bon
A
Ce n'est pas bon
B
C'est ne pas bon
C
C'est pas bon
D
Ne c'est pas bon

Slide 11 - Quizvraag


Maak de zin ontkennend:
C'est ma famille.

Slide 12 - Open vraag


Maak de zin ontkennend:
Je suis très heureux

Slide 13 - Open vraag

Ik weet hoe ik de ontkenning moet maken
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Au travail !
Wat?
Exercices 16F, G, H, I & J à la page 109/110
Met wie en hoe?
- Eerste 5 minuten zijn in zs.
- Na 5 minuten mag je overleggen/samenwerken
Na 10 minuten gaan we klassikaal nakijken.
Tijd?

Tip:
Kijk op pagina 
90/100-101
Klaar? 
- Leren lijst 1 & 2:
Quizlet link staat in magister
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Klassikaal nakijken/bespreken

Pak een andere kleur pen om mee na te kijken.

Slide 16 - Tekstslide