Les 11 Resultaten verwerken

Les 11
Resultaten verwerken
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 11
Resultaten verwerken

Slide 1 - Tekstslide

Deze les

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Sabrina doet een onderzoek over de invloed van de zuurgraad van de bodem op het ontkiemen van tuinkerszaden. Dit onderzoek kan men in vijf stappen delen. In willekeurige volgorde zijn deze stappen:
1) Sabrina verwacht dat zaden van tuinkers bij een lagere en hogere Ph slechter zullen ontkiemen dan bij een neutrale pH.
2) Sabrina laat 20 zaadjes van tuinkers ontkiemen bij pH 6 en 25 zaadjes bij pH 7 en 25 zaadjes bij pH 8.
3) Sabrina stelt vast dat bij pH 8 maar 4 zaadjes van tuinkers ontkiemen, bij pH 6 maar 8 en bij pH 7 zijn dat er 22.
4) Sabrina leest in een boek dat voor het ontkiemen van zaden de pH neutraal moet zijn.
5) Sabrina vraagt zich af of bij een lagere en hogere zuurgraad minder zaadjes van tuinkers ontkiemen dan bij een neutrale pH.
6) Sabrina concludeert dat pH 7 inderdaad de ideale zuurgraad is voor de ontkieming van tuinkers.

In welke volgorde moeten bovenstaande stappen worden gezet om een natuurwetenschappelijk onderzoek te krijgen? Overleg in groepjes van max. 4 leerlingen.


Sabrina doet een onderzoek over de invloed van de zuurgraad van de bodem op het ontkiemen van tuinkerszaden. Dit onderzoek kan men in vijf stappen delen. In willekeurige volgorde zijn deze stappen
a. Sabrina verwacht dat zaden van tuinkers bij een lagere en hogere Ph slechter zullen ontkiemen dan bij een neutrale pH.
b. Sabrina laat 20 zaadjes van tuinkers ontkiemen bij pH 6 en 25 zaadjes bij pH 7 en 25 zaadjes bij pH 8.
c. Sabrina stelt vast dat bij pH 8 maar 4 zaadjes van tuinkers ontkiemen, bij pH 6 maar 8 en bij pH 7 zijn dat er 22.
d. Sabrina leest in een boek dat voor het ontkiemen van zaden de pH neutraal moet zijn.
e. Sabrina vraagt zich af of bij een lagere en hogere zuurgraad minder zaadjes van tuinkers ontkiemen dan bij een neutrale pH.
f. Sabrina concludeert dat pH 7 inderdaad de ideale zuurgraad is voor de ontkieming van tuinkers.
Wat is de juiste volgorde van de stappen? Overleg in groepjes van max. 3 leerlingen.

Slide 3 - Tekstslide

Onderzoek doen
Stel: je hebt gezien dat je kat zijn bakje soms sneller leeg heeft dan andere keren. Zou hij het ene voer lekkerder vinden dan het andere? 
Wat kan een onderzoeksvraag zijn?
Welk voer vindt mijn kat het lekkerst?

Slide 4 - Tekstslide

Onderzoek doen
Je hebt de onderzoeksvraag bedacht. Wat ga je dan doen?



Welke stap komt er dan? Hoe zou je dat
doen?


Hypothese:  mijn kat vindt ...-voer het lekkerst.

Slide 5 - Tekstslide

Onderzoek doen
We gaan dus onderzoeken welk voer de kat het lekkerst vindt...



Slide 6 - Tekstslide

Resultaten: waarnemingen, tellingen of metingen.

Het resultaat van je onderzoek:
  • Waarneming: beschrijven wat je ziet (bv. door tekenen).
  • Telling: turflijst, waarin je tellingen bijhoudt.
  • Meting: bv. tijd/afstand/lengte bijhouden.





  • Waarneming



  • Telling    



  • Meting
Kleine bruine vogel met kenmerkende oranjerode borst en gezicht en een lichte onderbuik.

Slide 7 - Tekstslide

Tabel

Slide 8 - Tekstslide

Gegevens overzichtelijk weergeven
Getallen kun je ook weergeven in 
een plaatje: dat is vaak duidelijker. 


Er zijn verschillende diagrammen.

Slide 9 - Tekstslide

Soorten diagrammen

Lijndiagram: laat zien hoe iets groeit.
  • Op de x-as staat altijd wat vaststaat 
(bv. tijdstip of leeftijd).
  • Op de y-as zet je wat je meet 
(bv. lengte van iemand).
 
Zet alle meetpunten in het diagram en trek een lijn tussen de punten.
Die lijn heet de grafiek.

Slide 10 - Tekstslide

Staafdiagram en cirkeldiagram
Staafdiagram: geeft aantallen/hoeveelheden weer.
Cirkeldiagram: geeft percentages weer.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten in de les

Slide 13 - Tekstslide

Dit zijn de dieren 
die in een stukje
bosgrond zijn gevonden.

De opdrachten komen op het 
bord. (Afbeelding wordt zo weer
op het bord getoond). 


(Afbeelding staat ook in 1.3)




Slide 14 - Tekstslide

Neem de volgende tabel over en vul in...
Soort
Aantal individuen
pissebed
duizendpoot
mier
loopkever
miljoenpoot

Slide 15 - Tekstslide

Antwoorden:
Soort
Aantal individuen
pissebed
12
duizendpoot
8
mier
20
loopkever
10
miljoenpoot
8

Slide 16 - Tekstslide

Hoeveel dieren zijn dit in totaal?



We weten nu dus hoeveel dieren er per soort zijn en hoeveel dieren er in totaal zijn.
-> Nu gaan we leren hoe je per soort het percentage van het totaal uitrekent. 
Antwoord:
Totaal = 12 + 8 + 20 + 10 + 8 = 58 

Slide 17 - Tekstslide

Hoeveel procent zijn alle dieren bij elkaar?


Bereken voor elk soort dier hoeveel procent van het totaal dit is. 
Dit doe je door het aantal dieren van de soort te delen door het totaal aantal dieren en dat maal 100% te doen. 
Kortom:        aantal dieren per soort
                     totaal aantal dieren               x 100% = ... %

Antwoord:
Alle dieren bij elkaar is het geheel, ook wel het totaal genoemd. Het totaal is 100%. 

Slide 18 - Tekstslide

Vul je eerder gemaakte tabel aan met de volgende kolom:
Soort
Aantal
individuen
Percentage
pissebed
12
duizendpoot
8
mier
20
loopkever
10
miljoenpoot
8

Slide 19 - Tekstslide

Antwoorden:
Soort
Aantal
individuen
Percentage
pissebed
12
21       12/58 x 100%
duizendpoot
8
14       14/58 x 100%
mier
20
34       34/58 x 100%
loopkever
10
17         17/58 x 100%
miljoenpoot
8
14        14/58 x 100%
Tip:
Controleer jezelf altijd of je op 100% uitkomt. Niet? Dan heb je het verkeerd uitgerekend of verkeerd afgerond. 

Slide 20 - Tekstslide

Zet de gegevens van de tabel in een staafdiagram en in een cirkeldiagram. Kleur de staven en de 'taartpunten' en maak een legenda. 

Je krijgt hiervoor een werkblad van je docent. 

Slide 21 - Tekstslide

Antwoorden:
Let op: 
- Bij staafdiagrammen werk je met
aantallen.
- Bij een staafdiagram worden
de staven los van elkaar getekend!
- De assen van de staafdiagram worden benoemd. 
- Eigenlijk moet hier ook nog soort
bij genoemd worden. 
- Bij helemaal zelf maken: laat de verticale as niet te ver doorlopen (kijk dus naar je hoogste getal) en verdeel in gelijke stappen.

Slide 22 - Tekstslide

Antwoorden:
Let op:
- Bij cirkeldiagrammen werk je met
procenten. 
- Teken de vakken netjes met een 
geodriehoek. 
- Gebruik kleurtjes voor de vakken
- Vergeet de legenda niet!

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
Opdrachten uit het boek meegeven als huiswerk.

Slide 24 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht Excel
Maaike gaat op bezoek bij haar oma. Omdat haar oma pas uit het ziekenhuis is gekomen vanwege een operatie neemt zij een grote fruitmand voor haar mee. In de fruitmand zitten verschillende soorten fruit. Zo bevat de mand onder andere: 8 peren, 35 druiven, 4 mandarijnen, 12 kiwi’s, 2 bananen, 16 appels en 13 pruimen. 
a) Open Excel. Zet de bovenstaande gegevens in een nette tabel.
b) Maak van de gegevens met Excel een staafdiagram

Slide 25 - Tekstslide