In 1628 publiceert de Engelse bioloog en arts William Harvey zijn werk “De motu cordis” (over de beweging van het hart). Hierin beschrijft hij de experimenten waarmee hij aantoont dat de mens een gesloten bloedsomloop heeft. Over zijn onderzoek schrijft Harvey: Wat ik beschrijf is zo nieuw en nog nooit vermeld, dat door erover te spreken ik niet alleen vrees dat enkelen, maar dat allen zich tegen mij zullen keren. Want zo is de natuur van iedereen: de al geaccepteerde dingen te volgen, zodanig zijn de mensen begrijpelijk onder de indruk van de schrijvers uit de Oudheid. Ik heb herhaaldelijk (…) mijn nieuwe ideeën over de beweging en functie van het hart gepresenteerd in mijn lessen over anatomie. Ik heb ze reeds meer dan negen jaar bewezen door verschillende demonstraties (…) maar nu heb ik ze ook opgeschreven, omdat ik graag de anatomie wil doorgronden, niet alleen uit boeken maar ook door het verrichten van secties.
Gebruik de bron. Twee beweringen:
1 In de tijd van William Harvey is in Engeland de invloed van de renaissance groot.
2 De werkwijze van William Harvey past bij de wetenschappelijke revolutie van zijn tijd.
Toon de juistheid van beide beweringen met deze bron aan. 4p