In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
programma week 39.1
Terugblik / huiswerk
Lezen
Uitleg 1.5
Zelfstandig werken
Afsluiting
Slide 1 - Tekstslide
Terugblik
Slide 2 - Tekstslide
Formatieve Overhoring
Noteer de antwoorden op het opdrachtenblad erbij.
timer
10:00
Slide 3 - Tekstslide
Nakijken - antwoorden (-1 punt per fout)
1 = luchtpijp
3 = hart
5 = maag
7 = dunne darm
9 = (linker)long
11 = middenrif
13 = aorta
15 = dikke darm
2) dit karyogram is afkomstig van een vrouw omdat de geslachtschromosomen even groot zijn, dus XX
1 = celmembraan 5 = celkern
2 = celwand 6 = intercellulaire ruimte
3 = cytoplasma
4 = vacuole
Slide 4 - Tekstslide
bs 1.5 Gewone celdeling (mitose)
Je lichaam maakt elk uur nieuwe cellen
Waarom is dat nodig?
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoel
1.5.1 Je kunt beschrijven hoe een gewone celdeling (mitose) verloopt, wat het doel van de mitose is en wat de kenmerken ervan zijn.
Ieder mens is ooit ontstaan uit één cel (een bevruchte eicel). Een volwassene van 20 jaar bestaat uit ongeveer honderdduizend miljard cellen. In twintig jaar zijn er dus heel veel cellen bijgekomen.
Slide 6 - Tekstslide
De gewone celdeling= Vorming van nieuwe cellen
Slide 7 - Tekstslide
De gewoneceldeling
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
1 bevruchte eicel
100 duizend miljard cellen
Slide 10 - Tekstslide
mitose in 6 stappen
Slide 11 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Maken opdrachten bs 1.5 - niet af is huiswerk
Slide 12 - Tekstslide
Afsluiting
Slide 13 - Tekstslide
Je ziet enkele stappen uit de mitose. Zet deze stappen in de juiste volgorde
1
5
4
3
2
6
De chromosomen worden uit elkaar getrokken
De cel groeit uit tot het oorspronkelijke formaat
Chromosomen worden zichtbaar
De chromosomen gaan in het midden van de cel liggen
Er ontstaan 2 cellen
Chromosomen worden gekopieerd
Slide 14 - Sleepvraag
Bij de mitose (=gewone celdeling) ontstaan nieuwe cellen die..........
A
Een ander aantal chromosomen heeft
B
Het zelfde aantal chromosomen heeft
Slide 15 - Quizvraag
Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen
Slide 16 - Quizvraag
Elke gewone lichaamscel bevat
A
23 Chromosomen
B
34 Chromosomen
C
46 Chromosomen
D
92 Chromosomen
Slide 17 - Quizvraag
Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen
Slide 18 - Quizvraag
Elke gewone lichaamscel bevat
A
23 Chromosomen
B
34 Chromosomen
C
46 Chromosomen
D
92 Chromosomen
Slide 19 - Quizvraag
Het X-chromosoom en Y-chromosoom zijn
A
Geslachtschromosomen
B
Geslachtscellen
Slide 20 - Quizvraag
Hoeveel chromosomen heeft een mens in een lichaamscel?
A
44
B
46
C
48
D
50
Slide 21 - Quizvraag
Katten hebben 38 chromosomen. Hoeveel chromosomenparen hebben ze dan?
A
23
B
19
C
46
D
76
Slide 22 - Quizvraag
Chromosomen komen in paren voor in de geslachtscellen