Wortschatz Kapitel 3
1 / 14
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Was bedeutet 'unterschiedlich'
A
vies
B
vervelend
C
verschillend
D
krijgen
Slide 2 - Quizvraag
jetzt
A
terug
B
nu
Slide 3 - Quizvraag
damals
A
toen
B
lui
C
lelijk
D
terug
Slide 4 - Quizvraag
de zee
Slide 5 - Open vraag
sauber
A
smerig
B
schoon
C
klaar
D
vegen
Slide 6 - Quizvraag
die Umwelt
A
de wereld
B
het milieu
C
het afval
D
de regen
Slide 7 - Quizvraag
het bos
Slide 8 - Open vraag
verbrauchen
A
verminderen
B
verspillen
C
bezuinigen
D
verbruiken
Slide 9 - Quizvraag
trotz
A
trots
B
met
C
ondanks
D
bovendien
Slide 10 - Quizvraag
wunderbar
A
fantastisch
B
afschuwelijk
Slide 11 - Quizvraag
het eiland
Slide 12 - Open vraag
der Forscher
A
de dierenbeschermer
B
de kikker
C
de onderzoeker
Slide 13 - Quizvraag
sich freuen auf
A
zich aanzetten tot
B
zich verheugen op
