kennisquiz
1 / 30
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
1. Een kwaadaardige tumor wordt ook wel maligne genoemd
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Verzorgende Ella luistert samen met een zorgvrager naar de favoriete muziek van de zorgvrager. Is dit een voorbeeld van belevingsgerichte zorg?
A
Nee
B
ja
Slide 5 - Quizvraag
Om belevingsgerichte zorg te kunnen geven, is het belangrijk dat je weet wat de zorgvrager heeft meegemaakt
A
Dat is waar
B
Dat is niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Waarom wordt er een Zorgleefplan opgesteld?
A
Zo weten alle betrokken verzorgenden wat hun taak is
B
Hiermee wordt de client geholpen het leven te leiden dat hij graag wil
Slide 7 - Quizvraag
Het Zorgleefplan wordt ook besproken met de zorgvrager
A
Dat is waar
B
Dat is niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met belevingsgerichte zorg?
A
Zorg waarbij rekening wordt gehouden met de persoonlijke wensen van de zorgvrager
B
Zorg waarbij de verzorgenden zo snel en effectief mogelijk kunnen werken
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Video
Om belevingsgerichte zorg te kunnen geven, is het belangrijk dat je weet wat de zorgvrager heeft meegemaakt
A
Dat is waar
B
Dat is niet waar
Slide 11 - Quizvraag
ziekte van Alzheimer
mogelijke oorzaak;
mogelijke oorzaak;
A
een samenklontering van Amyloid
B
een ernstig tekort aan vitamine B1
C
problemen met de doorbloeding in de hersenen
D
hersencellen in de frontaal en temporaalkwab sterven af.
Slide 12 - Quizvraag
Wat is klinisch redeneren?
A
Eigen observaties en interpretaties worden gekoppeld aan je medische kennis.
B
Door je medische kennis weet je welke stappen je moet zetten.
C
Je kan inschatten of iemand opgenomen moet worden in het ziekenhuis .
D
Je discussieert met collega's over de doelen die een zorgvrager heeft.
Slide 13 - Quizvraag
Een potentieel probleem is ......
A
een probleem wat zich nu afspeelt
B
een probleem wat acuut is
C
een probleem wat zich mogelijk gaat afspelen
D
een probleem wat eigenlijk afgesloten kan worden.
Slide 14 - Quizvraag
De eerste stap van klinisch redeneren is
A
klinisch beleid.
B
oriënteren op de situatie.
C
aanvullend onderzoek.
Slide 15 - Quizvraag
Verpleegproblemen zijn geen.....
A
medische problemen
B
problemen die binnen het verpleegkundig vakgebied vallen
C
menselijke reacties op gezondheidsproblemen
Slide 16 - Quizvraag
cliënten dossiers moet alle gegevens over gezondheid, uitvoerende handelingen en zorg die geboden wordt bevatten. In welke wet staat dit?
A
BIG
B
WMO
C
WLZ
D
WGBO
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Video
gegevens verzamelen, verpleegkundige diagnose, verpleegdoelen, plannen, uitvoeren, evalueren.
A
dit is de juiste methodische cyclus
B
dit is niet de juiste volgorde
Slide 19 - Quizvraag
8. Veel voorkomende behandelingen in de oncologie zijn operatie, radiotherapie en chemotherapie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
noem drie soorten dieet beperkingen
Slide 21 - Woordweb
wat is een melanoom
A
moedervlek
B
huidkanker
C
maagverkleining
D
tumor
Slide 22 - Quizvraag
noem drie symptomen van een depressie
Slide 23 - Open vraag
wat is Mammacarcinoom?
A
een moeder
B
huidkanker
C
kokosnoot
D
borstkanker
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
de afbeelding laat een
A
gele wond zien
B
rode wond
C
zwarte wond
D
korstvorming
Slide 26 - Quizvraag
wat is een oorzaak van een delier?
Slide 27 - Woordweb
Een dermatoloog is arts gespecialiseerd in ...
A
Ogen
B
Darmen
C
Keel, neus en oren
D
Huid
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Link
Vonden jullie de les leerzaam, uitdagend en vooral leuk?
nee
redelijk
normaal
leuk
superleuk
