Grote getallen & procenten - rekenen

Welkom
Grote getallen en procenten

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Grote getallen en procenten

Slide 1 - Tekstslide

Uitleg theorie

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat heb je geleerd van dit filmpje?

Slide 4 - Open vraag

Je kan het!
Enkele oefeningen...

Slide 5 - Tekstslide

Grote getallen
Schrijf met alleen cijfers:
vijftigduizend
A
500
B
5000
C
55000
D
50000

Slide 6 - Quizvraag

Grote getallen
Schrijf met alleen cijfers:
1,8 miljard
A
1 800 000
B
180 000 000 000
C
1 800 000 000
D
18 000 000 000

Slide 7 - Quizvraag

In India wonen 1 240 810 000 mensen.
Dat zijn ongeveer.... inwoners
A
B

Slide 8 - Quizvraag

In Rusland wonen 143 700 000 mensen.
Dat zijn ongeveer.... inwoners
A
B

Slide 9 - Quizvraag

De omtrek van de aarde bij de evenaar is 39992 km.
Dat zijn ongeveer.... km.
A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag

Hoe spreek je 16 395 726 335 uit?
A
B
C
D

Slide 11 - Quizvraag

hoe schrijf je 250 duizend als getal?
A
250.000
B
25.000
C
2500.000
D
2.500

Slide 12 - Quizvraag

hoe schrijf je 45 miljoen?
A
4.500.000
B
45.000.000
C
450.000.000
D
4500.000.000

Slide 13 - Quizvraag

hoe schrijf je 5 miljard?
A
5.000.000
B
50.000.000
C
500.000.000
D
5.000.000.000

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel nullen heeft duizend?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel nullen één miljoen?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 16 - Quizvraag

Hoe schrijf je één miljard met cijfers?





1000000000
100000000
10000000000
1000000
Miljard

Slide 17 - Sleepvraag

Vul het juiste woord in.
Een kleine auto kost ongeveer  11                      euro.
Op de aarde wonen ongeveer 7,1                       mensen.
Nederland heeft ongeveer 17                              inwoners.
miljard
miljoen
duizend

Slide 18 - Sleepvraag

sleep naar de juiste plaats:
honderdtallen
eenheden
tienden
duizendsten

Slide 19 - Sleepvraag

Het voortgezet onderwijs heeft ruim 940 duizend leerlingen. Op het niveau basis zitten 131.600 leerlingen.

a) schrijf 940 duizend als een getal.

Slide 20 - Open vraag

Het voortgezet onderwijs heeft ruim 940 duizend leerlingen. Op het niveau basis zitten 131.600 leerlingen.
b) bereken het percentage leerlingen dat op het niveau basis zit

Slide 21 - Open vraag

Het voortgezet onderwijs heeft ruim 940 duizend leerlingen. Op het niveau basis zitten 131.600 leerlingen.
c)Op het niveau kader zit 16,2% van de leerlingen. Bereken hoeveel leerlingen op het niveau kader zitten.

Slide 22 - Open vraag

Afronden
Afronden op helen: 5,4 --> 5
Afronden op cijfers achter de komma: 5,43 --> 5,4

Decimaal = een getal achter de komma.

Slide 23 - Tekstslide

Wat te maken?


Maak in deze les:

HS1 rekenboekje


Ben je klaar?

Maak de test van hoofdstuk 1.


Succes!


Slide 24 - Tekstslide

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 25 - Open vraag

Wat vind je nog moeilijk aan deze les?

Slide 26 - Open vraag

Tot ziens iedereen

Slide 27 - Tekstslide