Ch.4 I

Present Continuous - Duurvorm
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Present Continuous - Duurvorm

Slide 1 - Tekstslide

Today...
Uitleg present continuous

Zelf aan de slag

Quizlet


Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van de les kan je
  • De vorm van de 'Present Continuous' herkennen en gebruiken.
  • Weten wanneer je de 'Present Continuous' moet gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

How are you?

Slide 4 - Poll

Welke drie tegenwoordige tijd vormen van 'to be' ken je?

Slide 5 - Open vraag

Wanneer gebruik je de 'Present Continuous'?
  • De vorm gebruik je als iets aan de gang is op het moment dat je erover spreekt of schrijft.
  • Iets gebeurt dus op dit moment.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe ziet de vorm eruit?
am / are / is + werkwoord + ing

He is working at the moment.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
I am screaming at my computer right now.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld
The cats are pushing all the buttons in the elevator.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Let op!
Als het werkwoord eindigt op een -e, dan laat je deze weg als je -ing toevoegt.

to dance - I'm dancing

Slide 11 - Tekstslide

Let op!
Als het werkwoord één lettergreep heeft en eindigt op een klinker + medeklinker verdubbel je de laatste medeklinker.

to hit        - hitting
to run       - running

Slide 12 - Tekstslide

We ... the dishes right now

A
are doing
B
was doing
C
are do
D
was do

Slide 13 - Quizvraag

Look! They ... him his present
A
are give
B
were give
C
are giving
D
were giving

Slide 14 - Quizvraag

I ... a book for school right now
A
am read
B
am reading
C
was read
D
was reading

Slide 15 - Quizvraag

She ... her bag all by herself as we speak
A
is carrying
B
was carried
C
was carrying
D
is carry

Slide 16 - Quizvraag

He ... in the Alps this weekend
A
is skied
B
was skiing
C
was skied
D
is skiing

Slide 17 - Quizvraag

Choose the Present Continuous:
Look! The birds ___ away!
A
fly
B
flying
C
are fly
D
are flying

Slide 18 - Quizvraag

Choose the Present Continuous:
We ___ English class right now.
A
have
B
are having
C
are have
D
are haveing

Slide 19 - Quizvraag

Choose the Present Continuous:
Why ___ for vacation?
A
are we leaving
B
are we leave
C
we leaving
D
we leave

Slide 20 - Quizvraag

Samenvatting
  • Je gebruikt de Present Continuous als iets nu gebeurt.

  • Dit is de vorm: am / are / is + ww + ing

  • Werkwoord eindigt op -e? Weg ermee!

  • Eén lettergreep, eindigt op klinker + medeklinker? = extra medeklinker!

Slide 21 - Tekstslide

Wat nu?
"Ch.4 I" maken in de planning -> Huiswerk voor morgen
Laatste 5-10 minuten: Quizlet Live

Done?
Leren voor SO vrijdag

Slide 22 - Tekstslide