Les 4. Rapporteren en evalueren

Les 4. Rapporteren en evalueren. Verloopt de zorg naar wens?
Learnbeat 25: Thema Verzorgend redeneren
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMiddelbare schoolMBOLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 4. Rapporteren en evalueren. Verloopt de zorg naar wens?
Learnbeat 25: Thema Verzorgend redeneren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je laat zien dat je kan rapporteren met de SOAP-methodiek 
  • Je laat zien dat je op systematische wijze kan evalueren

Slide 2 - Tekstslide

Stap 5. Rapporteren

Slide 3 - Woordweb

Ik rapporteer altijd iets
Ja
Nee

Slide 4 - Poll

Wij rapporteren via een vaste methode
Ja
Nee

Slide 5 - Poll

Alle collega's rapporteren op dezelfde manier
Ja
Nee

Slide 6 - Poll

De SOAP methode
  • Subjectief: wat zegt de zorgvrager zelf en wat vind of zie jij persoonlijk?
  • Objectief: welke feiten kun jij toevoegen aan wat de zorgvrager zegt?
  • Analyse: waar komen de klachten van de zorgvrager volgens jou vandaan?
  • Plan van aanpak: welke actie ga je ondernemen?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag
Maak 4 groepjes
  • Schrijf vanuit jullie casus een rapportage via de SOAP methode (15 min)
  • Vergelijk jullie uitkomsten met het groepje met dezelfde casus als jullie. Wat zijn de verschillen? Wat zijn de overeenkomsten?


Slide 9 - Tekstslide

Maak een rapportage
Mevrouw De Vries woont zelfstandig. Ze heeft diabetes mellitus. Mevrouw ziet slecht, daarom komt de thuiszorg haar insuline toedienen. Mevrouw vindt dat heel fijn en wil graag een babbeltje met je maken. Vandaag kom je binnen en zie je dat mevrouw een groot glas aanmaaklimonade drinkt. Ze zegt dat ze vreselijke dorst heeft. Je prikt haar bloedsuiker en merkt dat het bloedsuikergehalte hoog is (15 mmol). Op jouw vragen antwoordt mevrouw dat zij de fles limonadesiroop van haar dochter heeft gekregen en dat ze de limonade echt heel lekker vindt. In twee dagen tijd heeft ze driekwart van de siroop opgedronken. Je legt mevrouw uit waarom ze beter geen siroop meer kan drinken en belt de arts. Na overleg dien je mevrouw extra eenheden insuline toe.

Slide 10 - Tekstslide

Maak een rapportage
Meneer Abdar heeft hoge dwarslaesie. Hij voelt vanaf zijn middel niets meer. Hij kan zijn armen en handen niet goed bewegen. Het kost hem bijvoorbeeld veel moeite een kopje koffie te pakken.
Vandaag is meneer uit zijn humeur. Hij vloekt en tiert, rijdt in zijn rolstoel hard over de gang. Iedereen krijgt de volle laag. Je besluit met hem te gaan praten. Hij vertelt dat hij dit weekend bij zijn dochter zou logeren, maar dat dit niet doorgaat. Ze heeft geen tijd voor hem. Meneer is zwaar teleurgesteld. Wat moet hij nu het hele weekend doen? Hij vertelt jou dat hij zich eenzaam en moedeloos voelt. Hij is zo afhankelijk van een beetje contact met andere mensen. Je leeft met hem mee en bespreekt zijn teleurstelling later met de collega’s.

Slide 11 - Tekstslide

Voor de rapportage kun je het hulpmiddel SOAP gebruiken. Waar staan de letters voor?

Slide 12 - Open vraag

Stap 6: Reflecteren.
Wat heb ik van deze situatie geleerd?

Slide 13 - Tekstslide

Je collega Martijn vindt het maar onzin om te reflecteren. Waarom terugkijken? We hebben het al druk genoeg. Welke argumenten geef je Martijn om hem te overtuigen?

Slide 14 - Woordweb

STARRT


De letters van STARRT staan voor zes stappen:

  • Situatie
  • Taak
  • Actie
  • Resultaat
  • Reflectie
  • Transfer

Slide 15 - Tekstslide

Bedenk een situatie die je is bijgebleven

Slide 16 - Woordweb

Welke denkhulp gebruik je voor de rapportage?
A
SMART
B
SOAP
C
SBAR
D
MEWS

Slide 17 - Quizvraag

Welke denkhulp gebruik je voor de zorgproblemen?
A
PES
B
SBAR
C
SMART
D
MEWS

Slide 18 - Quizvraag

Welke denkhulp gebruik je voor de zorgdoelen?
A
SMART
B
SBAR

Slide 19 - Quizvraag

Welke denkhulp gebruik je voor de reflectie?
A
SBAR
B
STARRT

Slide 20 - Quizvraag

S
T
A
R
R
T
Wat zou je de volgende keer anders aanpakken en waarom?
Welke prioriteiten heb je gesteld?
Hoe was het concrete resultaat?
Hoe was de situatie?
Hoe vond je dat je het deed?
Wat was je rol en taak?

Slide 21 - Sleepvraag

Aan de slag!
Learnbeat 25.1, I Integratie 

Oefenen met behulp van de casus van Mevrouw de Jong: 

Denkhulp SOAP 

Slide 22 - Tekstslide