Intro herhalingsles
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoeveel stofdeeltjes is
1 mol deeltjes?
1 mol deeltjes?
A
6,02.1023
B
6,02.10−23
C
1,66.10−24
D
1,66.1024
Slide 3 - Quizvraag
Met welke formule kan je het aantal mol deeltjes van een bepaalde massa van een stof berekenen?
A
n=m.M
B
n=Mm
C
m=Mn
D
n=mM
Slide 4 - Quizvraag
Met welke formule kan je de molaire concentratie van een oplossing berekenen?
A
cn=VM
B
cn=Vm
C
cn=Vn
D
cn=nV
Slide 5 - Quizvraag
Welke grootheid moet gegeven zijn om vanuit het m% zwavelzuur in een oplossing de molaire concentratie te berekenen?
A
de molaire massa van zwavelzuur moet gegeven zijn
B
het aantal mol zwavelzuur moet gegeven zijn
C
de dichtheid van zwavelzuur moet gegeven zijn
D
de dichtheid van de oplossing moet gegeven zijn
Slide 6 - Quizvraag
Wat stelt het getal 14 voor in
de symbolische voorstelling van dit C-atoom?
A
het massagetal
B
de relatieve atoommassa
C
het aantal neutronen
D
het atoomnummer
Slide 7 - Quizvraag
Van welk element is dit de elektronenconfiguratie?
1s22s22p63s23p63d64s2
A
Ca
B
Co
C
Fe
D
Ni
Slide 8 - Quizvraag
Dit is een ... orbitaal met nevenquantumgetal l = ...
A
een s-orbitaal met l = 1
B
een p-orbitaal met l = 2
C
een p-orbitaal met l = 1
D
een d-orbitaal met l = 2
Slide 9 - Quizvraag
Het oxidatiegetal van P in
deze verbinding is gelijk aan
deze verbinding is gelijk aan
PO33−
A
+III
B
+IV
C
+V
D
+VI
Slide 10 - Quizvraag
oxide
zuur
base
zout
NaOH
Li2O
NH3
FeCl3
CaCO3
MgO
Slide 11 - Sleepvraag
Welke combinatie formule - naam is correct?
A
HNO3:waterstofnitriet
B
H2SO3:waterstofsulfaat
C
HClO2:waterstofchloriet
D
HBrO3:waterstofbromiet
Slide 12 - Quizvraag
Welke organische
stofklasse herken je NIET in de figuur?
A
amine
B
ether
C
alcohol
D
amide
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Wat geeft het rood gearceerde deel weer?
A
de hoeveelheid activeringenergie
B
de moleculen die een effectieve botsing ondergaan
C
de hoeveelheid kinetische energie, nodig voor een effectieve botsing
D
de hoeveelheid kinetische energie van de meeste deeltjes
Slide 16 - Quizvraag
Welke uitspraak over een katalysator is NIET correct?
A
bij toevoeging van een katalysator komt er meer reactie-energie vrij
B
een katalysator verlaagt de activeringsenergie
C
een katalysator wordt zelf niet omgezet bij een chemische reactie
D
een katalysator versnelt een chemische reactie
Slide 17 - Quizvraag
Welke invloed op de reactiesnelheid wordt op de grafiek geïllustreerd?
A
de invloed van de concentratie: hoe hoger de concentratie, hoe sneller de reactie
B
de invloed van de concentratie: bij de rode grafiek verloopt de reactie sneller
C
de invloed van de temperatuur: de rode grafiek geeft de reactie bij een hogere temperatuur weer
D
de invloed van de temperatuur: bij de groene grafiek verloopt de reactie sneller
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de correcte theoretische snelheidsvergelijking voor deze reactie?
A+2B→3C
A
v=k.[A].[B]
B
v=k.[A].[B].[C]
C
v=k.[A].[B]2
D
v=k.[A].[B]2.[C]3
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de correcte eenheid voor de reactieconstante k van deze reactie?
A+2B→3C
A
L.smol
B
mol2.sL2
C
mol3.sL3
D
mol.sL
Slide 20 - Quizvraag
Vond je de vorige vragen gemakkelijk of moeilijk?
😒🙁😐🙂😃
