Hoofdstuktoets op 27 november gaat over de paragrafen
2.3 Lezen
2.5 Woorden
2.7 Grammatica
2.8 Spelling
Slide 2 - Tekstslide
Huiswerk bespreken
Leertekst Telwoord (blz. 152) en maak opdracht 15 (blz. 153) Antwoorden:
eerste - rtw vierde - rtw
drie - htw veel - htw
tweede - rtw vier - htw
33 - htw één - htw
twee htw
Slide 3 - Tekstslide
2.8 Spelling
In deze paragraaf:
• hoe je de verleden tijd van een werkwoord goed spelt;
• hoe je het meervoud schrijft van woorden op -ie en -ee;
Slide 4 - Tekstslide
2.9 Spelling
Leertekst: persoonsvorm in de verleden tijd blz. 157
Er zijn sterke en zwakke werkwoorden.
Bij een sterk werkwoord verandert de klank als je de pv in de verleden tijd zet. Je schrijft de verleden tijd zoals je hem hoort.
Hij zwemt naar de overkant. - Hij zwom naar de overkant.
Mijn vader loopt naar huis - Mijn vader liep naar huis
Jullie spreken wat af. - Jullie spraken wat af.
Slide 5 - Tekstslide
2.9 Spelling
Leertekst: persoonsvorm in de verleden tijd blz. 157
Er zijn sterke en zwakke werkwoorden.
Bij een zwak werkwoord verandert de klank niet als je de pv in de verleden tijd zet. Je schrijft in de verleden tijd +te (n) of +de(n) achter de ik-vorm.
Hij rent naar zijn huis. - Hij rendenaar zijn huis.
Mijn broer brandt zijn vingers - Mijn broer brandde zijn vingers.
Jullie praten abest veel in de klas. - Jullie praatten best veel in de klas.
Slide 6 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Maken opdracht 4c, 5a, 6a en 7 (158-159)
Lees leertekst Meervoud op -iën, ieën en -eën (blz. 160) en maak opdracht 8 (blz. 160)
Slide 7 - Tekstslide
2.9 Spelling
Leertekst: Meervoud op -iën, -ieën en -eën
Sommige zelfstandige naamwoorden eindigen op -ie of -ee.
Voor het meervoud gebruik je dan een trema: dat zijn twee puntjes op een letter.
Er komt +ën achter het enkelvoud
Als een woord in het enkelvoud op -ee eindigt. zee – zeeën, idee – ideeën
Als de klemtoon op de laatste lettergreep valt therapie - therapieën
Er komt een trema op de e
Als de klemtoon niet op de laatste lettergreep valt olie - oliën, bacterie - bacteriën
Slide 8 - Tekstslide
2.8 Spelling
Oefen op je Ipad
paragraaf 2.5 Woorden oefenen met 'Test jezelf' of paragraaf 2.7 Grammatica oefenen met 'test jezelf'. paragraaf 2.8 Spelling oefenen met 'test jezelf'.
Slide 9 - Tekstslide
Afspraken over lezen
Start van de les begin je met 10 minuten lezen in je boek.
Daarna boek op de hoek van je tafel.
Aan het einde van de les zet je het boek netjes terug in de kast.