z28 28 juni

Wat gaan we doen vandaag:
Je levert jouw tekst in
Herhaling vorige les
Uitleg over 'religie in Rome'
Opdrachten maken
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisISK

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag:
Je levert jouw tekst in
Herhaling vorige les
Uitleg over 'religie in Rome'
Opdrachten maken

Slide 1 - Tekstslide

Je weet na deze les:
-Je weet welke religies er waren in het Romeinse Rijk

Slide 2 - Tekstslide

Maak de opdrachten:
De opdracht over de Romeinse cijfers

Ben je klaar? =
Maak de opdrachten uit het boek

Slide 3 - Tekstslide

Wie was het belangrijkst in de Romeinse Republiek?
A
De koning
B
De keizer
C
De senaat

Slide 4 - Quizvraag

Wie was Augustus?
A
Een Romeinse koning
B
Een Romeinse senator
C
Een Romeinse keizer

Slide 5 - Quizvraag

Wat was de taal van de Romeinen?
A
Romeins
B
Grieks
C
Italiaans
D
Latijn

Slide 6 - Quizvraag

Religie in Rome
  • Het Romeinse Rijk was heel groot:
  • er waren veel mensen die in veel goden geloofden.

  • Dit waren Romeinse, Griekse en andere goden.
  • Mensen konden bidden voor deze goden in tempels.
  • Religie = de manier waarop je gelooft in een god.

Slide 7 - Tekstslide

Een Romeinse tempel

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Goden in Rome
  • De Romeinen geloofden in heel veel goden.
  • Elke god had zijn eigen taak.

  • Jupiter = de belangrijkste god
  • Mars = god van de oorlog
  • Poseidon = god van het water

Slide 10 - Tekstslide

Religie in Rome
  • Je bracht offers aan de goden = geld of voedsel.
  • Hierdoor zijn de goden blij en de goden helpen je.

  • Je moest de keizer aanbidden (=eren).

  • Iedere groep had zijn eigen goden.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Joden en christenen
  • Joden en christenen leefden in het Romeinse Rijk.
  • Zij wilden de keizer niet eren als god.
  • De christenen werden hierdoor vervolgd (=gestraft).

  • Joden en christenen hadden maar één god.
  • Zij hadden geen beelden en hun eigen tempels.

Slide 13 - Tekstslide

De Joden moesten vluchten

Slide 14 - Tekstslide

Het christendom in Rome
De christenen werden gestraft omdat ze de keizer niet als god wilden eren.

Er kwamen steeds meer christenen.
Keizer Constantijn (308-337) was de eerste christelijke keizer.


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Samenvatting:
  • In Rome waren veel goden en religies.
  • Mensen eerden goden in tempels.
  • Joden en christenen wilden de keizer niet als god eren.
  • Het christendom werd later de grootste religie.

Slide 17 - Tekstslide

Moeilijke woorden:
  1. Religie: god of goden waar mensen in geloven.
  2. Christendom: religie met maar één god.
  3. Tempel: een plek waar Romeinen hun god eren.

Slide 18 - Tekstslide

Welke groep wilde de keizer niet eren?
A
De Joden
B
De Grieken
C
De Christenen
D
De senatoren

Slide 19 - Quizvraag

Waarom hadden de Joden en christenen hun eigen tempel?
A
Ze geloofden niet in de Romeinse goden
B
Ze leefden niet in de stad
C
Ze hadden eigen beelden van hun god
D
Ze mochten niet in de tempel komen

Slide 20 - Quizvraag

Waarom gaven de Romeinen offers aan de goden?
A
Zodat de goden de mensen helpen
B
De offers werden aan de keizer gegeven
C
De offers werden aan arme mensen gegeven

Slide 21 - Quizvraag

Wat ga je doen:
Maak eerst de opdrachten uit je boek:
Opdrachten 17 en 18.

Maak daarna de vragen op het blad.

Klaar? -> Maak 2 toetsvragen over dit hoofdstuk.
Schrijf het op papier, en het antwoord eronder.

Slide 22 - Tekstslide

Je weet na deze les:
-Je weet welke religies er waren in het Romeinse Rijk

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk voor volgende week:
  • Maak 2 toetsvragen over dit hoofdstuk.
  • Schrijf de vragen op papier, en het antwoord eronder.

Slide 24 - Tekstslide