Politiek les 4

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Planning

• Bespreken opdrachten
• Uitleg
• Filmpje
• Opdrachten maken
• Afsluiting  

Bespreken

• Werkboek
• Opdracht 9 op blz. 37
• Opdracht 12 op blz. 38 
• Kijk de opdrachten in je eigen werkboek na!

Regering

• Regering = koning + ministers
• De partijen die samen de regering vormen, noemen we de regeringspartijen.
• De regeringspartijen hebben samen een meerderheid in de Tweede Kamer.
• De regeringspartijen schrijven samen een regeerakkoord. 

Kabinet

• Kabinet = ministers + staatssecretarissen   
• Kabinet = dagelijks bestuur van het land
• Minister-president (premier) = leider van het kabinet
• Iedere minister heeft een eigen onderwerp
• Staatssecretaris = een soort assistent-minister die verantwoordelijk is voor een deel van de taken 

Zit in de regering

Zit in de Tweede Kamer

Taken kabinet

• Wetten uitvoeren
• Wetsvoorstellen maken
• Het kabinet mag een wet pas uitvoeren, als het wetsvoorstel is goedgekeurd door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. 

Wetten

Koning

• De koning is het staatshoofd.
• De koning heeft vrijwel geen (politieke) macht. 

Taken koning

• Handtekening zetten onder wetten.
• Troonrede voorlezen op Prinsjesdag.
• Overleg voeren met minister-president.
• Land vertegenwoordigen in het buitenland.
• Minister en staatssecretarissen beëdigen.  

Afsluiting

• HW: maak blz. 42 t/m 44 van het werkboek
• Volgende les: paragraaf 3.5