Digitale vaardigheden - H5. Informatieverwerking

Digitale vaardigheden
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
KeuzedelenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Digitale vaardigheden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort zoekmachines zijn er?

Slide 2 - Open vraag

antwoord 
Algemene zoekmachines -> zoeken naar websites over het hele internet, zoals google, yahoo, bing
Verticale zoekmachines -> zoeken binnen een bepaald onderwerp, zoals youtube of de catalogus van de bibliotheek
Metazoekmachines -> zoekt in meerdere zoekmachines tegelijkertijd, zoals lxquick
Hoe kan je een screenshot maken?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

H5. Informatieverwerking
We gaan het hebben over: 

Gestructureerd informatie verzamelen
Auteursrechten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gestructureerd informatie verzamelen

Stap 1: probleemstelling bedenken
Stap 2: zoektermen bedenken
Stap 3: Informatie zoeken
Stap 4: Bronnen selecteren
Stap 5: Zoeken in een bron 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1: probleemstelling bedenken
Wat wil je nu eigenlijk weten? 
Over welke onderwerpen zoek je informatie?



Bedenk aan de hand van de woordweb deelvragen, zodat je gericht kan zoeken en antwoord kan vinden.  

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2: Zoektermen bedenken
De volgende tips voor goede zoektermen:

- Gebruik synoniemen van woorden (verschillende woorden met dezelfde betekenis). Hulpmiddel: www.synoniemen.net.
- Vermijd onnodige woorden zoals ‘de’, ‘niet’ en ‘er'
- Als je op meerdere woorden tegelijk zoekt, zet deze dan in een logische volgorde. Het belangrijkste woord zet je als eerst.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld: 
Stel ik wil hoe oud een olifant wordt, waar die woont en of het bedreigde diersoort is. 

Welke zoektermen kan ik dan het beste gebruiken? 
Stap 3: Informatie zoeken
Bij google kan je tekens toevoegen aan een zoekopdracht



      Teken
Betekenis
            -
Met het - teken kun je woorden uitsluiten van je zoekopdracht
            ..
Met 2 puntjes kun je informatie zoeken die binnen een bepaalde periode/ prijs valt 
          OR
Je kunt zo informatie zoeken die op elkaar lijkt

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4: Bronnen selecteren
Zorg dat de bron of website betrouwbaar is

- Sluit de website aan bij wat je zoekt? 
- Wie beheert de website? 
- Controleer of de website regelmatig bijgehouden wordt
- Onderzoek wie de website bijhoudt
- Controleer de informatie door meerdere bronnen te raadplegen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4: Bronnen selecteren
Hoe herken je nepnieuws: 

- Wie is de schrijver? 
Bestaat de schrijver van het bericht wel echt? 
Wat zijn de belangen van de schrijver? 
- Kan je dezelfde informatie ook in andere bronnen vinden? 
- Noemt het bericht andere betrouwbare bronnen? 
- Bevat het artikel veel waarheden? 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij wat een filter bubble is?

Slide 11 - Open vraag

Antwoord: 
Websites als google en facebook houden bij wat je opzoekt en leuk vind. je krijgt hierdoor steeds dezelfde soort berichten te zien. Andere berichten krijg je dus niet te zien. Zo bepaald facebook en google wat jij ziet, weet, geloofd en vindt. (en je krijgt bevestigd wat je al wist)
Stap 5: Zoeken in een bron
Zodra je een bron hebt gevonden, kun je meer informatie uit deze bron krijgen:
Verschillende 'kopjes' op de website
Zoekfunctie op website 

Controleer: 
Heb je gevonden wat je zocht? 
Welke informatie mis je nog? 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 6: Informatie verwerken
Informatie die je hebt gevonden verwerk je in een verslag: 
- Je geeft antwoord op de verschillende (deel)vragen uit je probleemstelling
- Schrijf de antwoorden in eigen woorden op
- Gebruik bronvermelding, voor betrouwbaarheid en een kwalitatief betere onderbouwing 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Auteursrechten
Je hebt toestemming nodig van de auteur om teksten, afbeeldingen of video's te verspreiden. 

Auteursrecht = voor degene die het maakt of die de rechten heeft gekocht. Heeft het recht om het werk: 
- Te verveelvoudigen (identieke exemplaren maken)
- Openbaar te maken (verspreiden onder publiek)

Persoonlijkheidsrechten -> gaat over de reputatie van de auteur, 
zoals wel of geen naamsvermelding of verwijzing naar werk. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitzonderingen auteursrechten
Je mag een kopie gebruiken als het voor privégebruik is
Je mag een foto of tekst citeren, wel met bronvermelding
Voor educatieve doeleinden (zoals een werkstuk), maar niet als het online gepubliceerd wordt. 

Rechtenvrije afbeeldingen: www.pixabay.com en www.pexels.com

Portretrecht: 
Portret in opdracht -> Toestemming van fotograaf en model voor (commerciële) verspreiding
Portret niet in opdracht -> Fotograaf mag dit van jou verspreiden, zolang het niet nadelig kan zijn voor jou. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! 
Basis maakt: 
Praktijkopdracht 2. Ontwikkeling van jouw beroep
Oefenvragen 5. Informatieverwerking

Gevorderd maakt: 
Praktijkopdracht 2. Ontwikkeling van jouw beroep 
Praktijkopdracht 7. Is het echt waar?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies