Les 3 Hoe werkt je brein en hoe train je die?

Hoe werkt je brein en hoe train je die?
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudievaardighedenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Hoe werkt je brein en hoe train je die?

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les weet je...
- hoe je hersenen werken
- hoe je je hersenen kunt trainen/laten leren

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Opdracht
Gebruik de komende vijf minuten om twee keer het HELE alfabet achterstevoren op te zeggen (met microfoons uit, graag).

Probeer dit zo snel mogelijk te doen. 

Als je bij A aankomt, begin je nog een keer bij Z.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Groei
Om groei in de hersenen voor elkaar te krijgen, moet je uit je comfortzone stappen.
Als je oefent met iets in je lef-/leerzone, worden de neurale paden sterker.

Denk eens na over je eigen comfort-,leer- en paniekzone

Comfortzone
Lef-/leerzone
Paniekzone

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Op de volgende zes slides:
Geef per punt aan of het hoort bij het mensenbrein, zoogdierenbrein of het reptielenbrein.

Slide 10 - Tekstslide

1. Vlinders in je buik hebben
A
mensenbrein
B
zoogdierenbrein
C
repitielenbrein

Slide 11 - Quizvraag

2. Huiswerk maken
A
mensenbrein
B
zoogdierenbrein
C
repitielenbrein

Slide 12 - Quizvraag

3. Een schilderij maken
A
mensenbrein
B
zoogdierenbrein
C
repitielenbrein

Slide 13 - Quizvraag

4. Wegrennen als je een muis ziet
A
mensenbrein
B
zoogdierenbrein
C
repitielenbrein

Slide 14 - Quizvraag

5. Bij warme chocolademelk aan vroeger denken
A
mensenbrein
B
zoogdierenbrein
C
repitielenbrein

Slide 15 - Quizvraag

6. Iemand die jou aanvalt een klap geven
A
mensenbrein
B
zoogdierenbrein
C
repitielenbrein

Slide 16 - Quizvraag

Gevaar! Of niet?
Je reptielenbrein kan ervoor zorgen dat je uitdagingen uit de weg gaat. Dat is niet zo handig wanneer je je wilt blijven ontwikkelen.

Als er echt gevaar dreigt, is je reptielenbrein juist nuttig. Het zorgt ervoor dat je snel kunt reageren om jezelf in veiligheid te brengen.

Slide 17 - Tekstslide

Noem nu drie voorbeelden van dingen die je reptielenbrein ziet als gevaar, maar in werkelijkheid heel onschuldig zijn.

Slide 18 - Open vraag

Woordjes leren

Slide 19 - Tekstslide

Hoe leer je nu woordjes?

Slide 20 - Woordweb

WRTS
Online woordjes leren

Slide 21 - Tekstslide

Flapmethode
1. Vel dubbelvouwen.
2. links woordjes, rechts antwoorden. 
3. Vel naar achteren vouwen.  4. Oefenen met woordjes. 

Slide 22 - Tekstslide

Kaartjes
1. Kleine kaartjes.
2. Ene kant de woordjes, andere kant de antwoorden.
3. Oefen de kaartjes.
4. 2 stapels: goed en nog niet goed.

Slide 23 - Tekstslide

Tekeningen
1. Tekeningen.
2. Oefen de tekeningen.

Slide 24 - Tekstslide

Plekken
Koppel de woordjes aan plekken in huis of je omgeving.

Slide 25 - Tekstslide

Ezelsbruggetje
Verzin gekke/ grappige ezelsbruggetjes bij de woordjes.

Slide 26 - Tekstslide

Overhoren
Laat je verhoren, in tweetallen.

Slide 27 - Tekstslide

Koppelen
Koppel nieuwe woorden aan woorden die je al kent.

voorbeeld: iglesia (kerk)
 iglú (iglo)

Iglo met kruis.



Slide 28 - Tekstslide

Welke 2 methodes spreken je aan?

Slide 29 - Woordweb

Train je brein de komende week
- Alfabet achteruit opzeggen
- Shoot the four  oefenen
- Leer 30 woorden in een taal (Engels/Frans/Duits/Spaans) en test welke methode het beste bij je past



Slide 30 - Tekstslide