Wat? §2.1 opdrachten 2,3,4,5,7. Start met de atlas opdrachten!
Hoe? je werkt de eerste 7 minuten in stilte, daarna mag je rustig overleggen met je buur.
Hulp? Je buur en eventueel de atlas.
Vragen? Steek je vinger op, ik kom vanzelf bij je. Werk in de tussentijd verder aan een andere opdracht.
Klaar? Maak begrippenkaartjes van paragraaf 3.1.