In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H3.3 Het tegengaan van klimaatverandering
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen deze les.
- Nog vragen §3.2
- Herhaling §3.2
- Voetafdruk test.
- Leerdoelen §3.3
- Uitleg
- Video's gevolgen van klimaatverandering
- Aan het werk.
Slide 2 - Tekstslide
Vragen over §3.2?
Slide 3 - Tekstslide
Sleep de energiebron naar de juiste plek. Is het hernieuwbaar of uitputbaar?
Hernieuwbaar:
Uitputbaar:
Kolen
Aardolie
Aardgas
Biomassa
Waterkracht
Kernenergie
Slide 4 - Sleepvraag
Hieronder zie je zes voorbeelden van fossiele en duurzame energiebronnen. Herken jij ze? Zet ze bij het juiste rijtje
Duurzame energie.
Fossiele energie.
Slide 5 - Sleepvraag
Leerdoelen
- Je weet wat de ecologische voetafdruk is.
- Je kent de belangrijkste duurzame energiebronnen en je weet dat die ook nadelen hebben.
- Je begrijpt waarom er een energietransitie nodig is en op welke manier je de uitstoot van broeikasgassen kunt beperken.
- Je kunt in uitleggen waarom critici twijfelen aan de haalbaarheid van de klimaatdoelstellingen van Parijs en waarom voor landen in ontwikkeling andere klimaatafspraken gelden.
Slide 6 - Tekstslide
Ecologische voetafdruk
Je ecologische voetafdruk is simpel gezegd de oppervlakte van de aarde die jij nodig hebt om te kunnen leven.
Slide 7 - Tekstslide
voetafdruktest.wwf.nl
Slide 8 - Link
Hoe groot (in aardbollen) was jou ecologische voetafdruk? Wat zal jij kunnen doen om die te verbeteren?
Slide 9 - Open vraag
Verkleinen uitstoot broeikasgassen
Om de opwarming van de aarde te beperken/te vertragen, kun je verschillende dingen doen:
1.
Het afremmen van de bevolkingsgroei. Elke bewoner gebruikt energie > VN zegt: in 2050 zijn we met 10 miljard & nu met 8 miljard.
2.
Energiebesparing. Minder energie gebruiken door anders te leven, bijv. niet te lang douchen.
3.
Afvang en opslag van broeikasgassen. Bij de productie van Europees houtskool wordt bijv. het sterkte broeikasgas methaan opgevangen en verbrand.
4.
Energietransitie. Overschakelen op duurzame energie, ook wel: groene of hernieuwbare energie genoemd. Denk hierbij aan: zonne-energie, windenergie, waterkracht, geothermische energie (aardwarmte) en biomassa.
Slide 10 - Tekstslide
Wat is een nadeel van windturbines. (windmolens)
A
Ze kosten veel zeldzame aardmetalen.
B
Ze stoten veel CO2 uit.
C
Als er geen wind is wordt er geen energie opgewekt.
D
In de avond wekken ze geen energie op.
Slide 11 - Quizvraag
Nadelen windenergie.
- Ze kosten veel zeldzame aardmetalen.
- Als het niet (hard genoeg) waait, dan heb je geen energie.
- Ze zorgen voor horizonvervuiling en geluidsoverlast.
- Het is lastig en duur om de energie op te slaan en te vervoeren.
- Ze nemen veel ruimte in.
Slide 12 - Tekstslide
Wat is een nadeel van zonne-energie?
A
Het zorgt voor ongewenste opwarming van je huis.
B
Het zorgt voor geluidsoverlast.
C
Het is moeilijk om de energie op te slaan.
D
In de avond wekken ze geen energie op.
Slide 13 - Quizvraag
Zonne-energie nadelen
- Is er geen zon, dan heb je geen energie. (´s nachts, winter, bewolkt)
- Het is lastig en duur om de energie op te slaan.
- Ze nemen veel ruimte in. (als ze niet op gebouwen worden geplaatst).
Slide 14 - Tekstslide
Biomassa
Energie halen uit biologisch materiaal (vaak afval), zoals mest, plantenresten, houtsnippers en frituurvet.
Slide 15 - Tekstslide
Wat zal een nadeel zijn van energie halen uit biomassa?
Slide 16 - Open vraag
Nadelen
geothermische energie
Duur om te bouwen en werkt het beste bij gebieden met vulkanische activiteit.
Waterkrachtcentrales
Hiervoor heb je reliëf nodig.
Algemene nadelen duurzame energie:
- Kost veel ruimte.
- Duur om te maken.
- Vaak lastig om de energie op te slaan en te vervoeren.
- vaak minder krachtig en betrouwbaar dan fossiele brandstoffen.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Noem drie gevolgen voor Nederland door de klimaatverandering.
Slide 19 - Open vraag
Een historische doorbraak
In 2016 het Klimaatakkoord van Parijs > zet in op energietransitie, doel: deze eeuw moet er evenwicht zijn tussen de door de mens veroorzaakte uitstoot en het vermogen van bossen en oceanen om die CO2 op te nemen.
Rijke landen moeten hun uitstoot verminderen (ze zijn immers de grootste vervuilers).
Arme landen worden aangemoedigd om hun uitstoot te verminderen.
Waarom aangemoedigd, waarom niet verplicht?
Slide 20 - Tekstslide
Een historische doorbraak
In 2016 het Klimaatakkoord van Parijs > zet in op energietransitie, doel: deze eeuw moet er evenwicht zijn tussen de door de mens veroorzaakte uitstoot en het vermogen van bossen en oceanen om die CO2 op te nemen.
Rijke landen moeten hun uitstoot verminderen (ze zijn immers de grootste vervuilers).
Arme landen worden aangemoedigd om hun uitstoot te verminderen.
Voornamelijk omdat arme landen nog moeten ontwikkelen. Wij mogen hun ontwikkeling niet in de weg zitten.
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Welk voordeel van klimaatverandering werd in het filmpje genoemd?
Slide 23 - Open vraag
Vragen over §3.3?
Slide 24 - Tekstslide
Huiswerk
Blijf nog ingelogd in lessonup tot het einde van de les.
Maken: H3.3 Opdracht 1,4,5,
Slide 25 - Tekstslide
Wat is volgens Rosling de belangrijkste reden dat de wereldbevolking groeit?
A
Mensen in gelovige landen krijgen meer kinderen.
B
Veel arme landen hebben geen toegang tot anticonceptie.
C
De totale leeftijd van de mensen stijgt.
D
Gemiddeld halen meer mensen op de wereld de leeftijd van 65+
Slide 26 - Quizvraag
Wat is een manier om klimaatverandering tegen te gaan?
A
CO2 uitstoot verminderen
B
bevolkingsgroei tegengaan
C
CO2 opslag in de grond
D
Alle drie zijn goed
Slide 27 - Quizvraag
Waarom wordt 'armere landen' aanbevolen minder te doen aan klimaatverandering?