In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Week 2, les 1 - Democritus en Aristoteles
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn moleculen?
De stenen op aarde, een pak yoghurt, je eigen lichaam: alles bestaat uit materie. Wat gebeurt er als je materie, bijvoorbeeld een liter water, deelt en alsmaar verder deelt? Uiteindelijk houd je één molecuul water over. Als je een molecuul nog verder opsplitst maak je hem kapot, het is dan geen water meer. Wat je dan overhoudt zijn atomen.
Molecuul: Een molecuul is het kleinste stukje van een materiaal dat nog alle eigenschappen heeft van dat materiaal. Water bestaat bijvoorbeeld uit watermoleculen.
Moleculen bestaan weer uit atomen. Moleculen zijn heel klein. Die kun je met het blote oog niet zien. Als je moleculen naast elkaar zou leggen dan passen er ongeveer 1 miljoen moleculen naast elkaar in een millimeter.
Moleculen zijn opgebouwd uit atomen. Zo is water opgebouwd uit twee atomen waterstof en één atoom zuurstof. De twee atomen waterstof en de ene atoom zuurstof bij elkaar vormen water. Als je de atomen uit elkaar haalt dan is het geen water meer.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Geef de definitie van molecuul.
Slide 4 - Open vraag
Hoe is een atoom opgebouwd?
Slide 5 - Open vraag
Sleep de woorden naar de juiste plaats. Van groot naar klein.
Voorwerp
Materiaal
Stoffen
Moleculen
Atoom
Slide 6 - Sleepvraag
Zet op volgorde, van groot naar klein.
Molecuul
Atoom
Stof
Slide 7 - Sleepvraag
Filmpje
Bekijk het filmpje in de volgende slide t/m 7.40 minuten.
Beantwoord daarna de vragen.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Waarom zijn radiatoren van staal gemaakt?
Slide 10 - Open vraag
Waarom gebruik je wol om warme winterkleding te maken?
Slide 11 - Open vraag
Noem 3 stofeigenschappen van glas.
Slide 12 - Open vraag
Van welke stoffen wordt mayonaise gemaakt?
Slide 13 - Open vraag
In margarine zitten emulgatoren. Wat doen emulgatoren?
A
Emulgatoren zorgen dat margarine zacht is.
B
Emulgatoren zorgen ervoor dat producten langer houdbaar zijn.
C
Emulgatoren zorgen ervoor dat water en vet met elkaar kunnen mengen.
Slide 14 - Quizvraag
Een emulgator is
A
Een stof die zorgt voor smaak
B
Een stof die zorgt dat mayonaise wit is
C
Een stof die zorgt dat twee stoffen kunnen mengen
Slide 15 - Quizvraag
Recyclen
A
Materialen die zijn gebruikt weggooien
B
Materialen zelf bewaren
C
Materialen geven aan een goed doel.
D
Oude spullen opnieuw gebruiken
Slide 16 - Quizvraag
Stofeigenschap
Molecuul: Een molecuul is het kleinste stukje van een materiaal dat nog alle eigenschappen heeft van dat materiaal.
Stofeigenschap: Een eigenschap waaraan je een stof herkent die nooit veranderd.
GOUD
Geleiding; goud heeft een zeer goede geleiding voor warmte en elektriciteit.
Kleur; de gele kleur van goud is bijzonder ten opzichte van de veelal grijskleurige en witte edelmetalen.
Zacht; goud is het best vervormbaar van alle metalen.
Reflecteert licht; goud is een goede reflector van licht.
Het kookpunt van goud is 2855,88° C en het smeltpunt is 1063,85° C.
De dichtheid van goud is 19.320 kg/dm3. Dit
Slide 17 - Tekstslide
Stofeigenschappen:
Brandbaarheid
Geur
Kleur
Smaak
Fase (bij kamertemp.)
Kookpunt
Smeltpunt
Dichtheid
Geleidbaarheid
Geen stofeigenschappen:
Temperatuur
Vorm
Massa
Volume
Slide 18 - Tekstslide
Een stofeigenschap
A
Is onveranderlijk voor een zuivere stof
B
Is veranderlijk voor een zuivere stof
C
Verandert wanneer je stoffen scheidt
D
Verandert wanneer je stoffen ontleedt
Slide 19 - Quizvraag
Stofeigenschap. kookpunt is een stofeigenschap.
A
Waar
B
niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Is temperatuur een stofeigenschap? Is massa een stofeigenschap?
A
Temperatuur: Ja
Massa: Ja
B
Temperatuur: Ja
Massa: Nee
C
Temperatuur: Nee
Massa: Ja
D
Temperatuur: nee
Massa: Nee
Slide 21 - Quizvraag
Benoem verschillende...
stofeigen
schappen
Slide 22 - Woordweb
Je weet nu het volgende:
Dat een molecuul het kleinste deeltje is dat nog de eigenschappen van een stof heeft en is opgebouwd uit atomen.
Dat je stoffen aan de hand van de stofeigenschappen kleur, geur, oplosbaarheid in water, elektrische geleiding, kookpunt, en smeltpunt kunt herkennen.