In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
2.2 Deeltjesmodel
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
Het deeltjesmodel
Het deeltjesmodel en fasen
Maken 11, 12, 14, 15, 16
Slide 2 - Tekstslide
lesdoelen
Aan het einde van de les kun je het deeltjesmodel uitleggen
Aan het einde van deze les kun je een fase-overgang verklaren met het deeltjesmodel.
Slide 3 - Tekstslide
Waarom deeltjesmodel?
Deeltjes onzichtbaar
Deeltjesmodel is een voorstelling van hoe het eruit zou kunnen zien.
Het beschrijven van wat er gebeurt met behulp van deeltjes is op microniveau. Wat je ziet gebeuren is op macroniveau.
Slide 4 - Tekstslide
Deeltjesmodel
Elke stof bestaat uit moleculen
Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen
Moleculen bewegen altijd! Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller ze bewegen
Moleculen trekken elkaar aan: vanderwaalskrachten
Slide 5 - Tekstslide
Deeltjesmodel bij scheiden
Slide 6 - Tekstslide
Bij welke fase bewegen de deeltjes het snelst?
A
Vast
B
Vloeistof
C
Gas
D
Ze bewegen altijd even snel
Slide 7 - Quizvraag
Het deeltjesmodel en fasen
Trillende deeltjes hebben bewegingsenergie.
Hoe harder ze trillen, hoe meer energie ze hebben.
Vanderwaalskrachten zorgen juist dat deeltjes op hun plaats blijven.
Als ze hard genoeg trillen, is de bewegingsenergie groter dan de vanderwaalskrachten en gaan de deeltjes meer bewegen.
Slide 8 - Tekstslide
Vloeistof Vast Gas
Slide 9 - Tekstslide
0
Slide 10 - Video
Verklaar de gebeurtenis uit het filmpje met het deeltjesmodel
A
de moleculen van een stof veranderen niet
B
de moleculen van een stof bewegen
C
de moleculen van een stof trekken elkaar aan
Slide 11 - Quizvraag
0
Slide 12 - Video
Verklaar de gebeurtenis uit het filmpje met het deeltjesmodel
A
de moleculen van een stof veranderen niet
B
de moleculen van een stof bewegen
C
de moleculen van een stof trekken elkaar aan
Slide 13 - Quizvraag
0
Slide 14 - Video
De ruimte tussen de moleculen is leeg (er zit geen lucht tussen)
Je kan een behoorlijke hoeveelheid suiker oplossen in water zonder dat het volume toeneemt. Dit komt omdat de suikermoleculen in de ruimte tussen de watermoleculen gaat zitten.
Slide 15 - Tekstslide
In een mengsel komt meer dan 1 soort moleculen voor
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Bij scheiden gaan de moleculen kapot
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quizvraag
De moleculen van 1 stof zijn allemaal gelijk aan elkaar
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quizvraag
In de vaste fase van een stof kunnen de moleculen niet bewegen