6.4 Belastingbeginsels

Belastingen eerlijk verdeeld?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Belastingen eerlijk verdeeld?

Slide 1 - Tekstslide

inkomsten overheid
  • belastinginkomsten
  • niet-belastinginkomsten

Slide 2 - Tekstslide


Directe belasting:


loon- en inkomstenbelasting

vennootschapsbelasting

gemeentelijke belastingen

houderschapsbelasting



Indirecte belasting:


btw

accijns

Slide 3 - Tekstslide

niet-belastinginkomsten
Retributie:
dit betaal je als de overheid je een dienst levert, bijvoorbeeld een paspoort of rijbewijs.

Slide 4 - Tekstslide

Uitgangspunten voor het heffen van belasting.
  • profijtbeginsel
  • draagkrachtbeginsel
  • solidariteitsbeginsel

Slide 5 - Tekstslide

profijtbeginsel
Je betaalt omdat je ergens gebruik van maakt.

Voorbeeld: motorrijtuigenbelasting (houderschapsbelasting, je betaalt voor het bezit van het voertuig).

Slide 6 - Tekstslide

draagkrachtbeginsel
Wie in staat is veel te betalen, moet ook meer betalen.

Voorbeeld: de inkomstenbelasting heeft een progressief tarief, d.w.z. hoe meer je verdient, hoe hoger de te betalen belasting in verhouding is.

Slide 7 - Tekstslide

solidariteitsbeginsel
De overheid wil de welvaart onder de bevolking redelijk verdelen.
De sterken helpen de zwakken: inkomens worden herverdeeld. 
Mensen met een hoog inkomen moeten in verhouding meer geld afstaan ten behoeve van mensen zonder inkomen of met een laag inkomen.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe wordt inkomen herverdeeld?
  • progressief belastingstelsen inkomstenbelasting
  • stelsel van sociale zekerheid (uitkeringen).
  • inkomenssteun (huurtoeslag, zorgtoeslag, etc.)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wanneer 2 personen met een verschillend loon 5% verhoging krijgen is er sprake van ....
A
Nivellering
B
Denivellering
C
Geen van beide

Slide 11 - Quizvraag

Loonbelasting is een ... belasting.
A
directe
B
indirecte

Slide 12 - Quizvraag

Belasting die je betaalt wanneer je een product koopt is een voorbeeld van ...
A
directe belasting.
B
indirecte belasting.

Slide 13 - Quizvraag