Hoe maak je de Futur proche?
EXEMPLE: ik ga een appel eten
1. Vertaal het onderwerp: ik = je
2. Kies de juiste vorm van aller: je vais
3. Vertaal het werkwoord: eten = manger
-> Let op het 2e werkwoord vervoeg je niet, altijd het infinitief gebruiken.
4. Voeg de rest van de zin toe: une pomme
VOLGORDE: onderwerp + vorm van aller + hele werkwoord + rest van de zin